Inleiding:
Reeds in 1963 heeft Suriname besloten geen bauxiet meer te exporteren, zie Brokopondo overeenkomst. Dit beleid is altijd gecontinueerd (b.v. bij Reynolds in de 70’er jaren die Bakhuis Bauxiet wilde exporteren).
Overwegingen:
Internationale trend:
De wereld stapt af van de export van ruwe bauxiet, zie voorbeeld Indonesië (2023) en Ghana (wet in de maak om vanaf 2025 geen exporten meer toe te staan).
Export gebeurt over het algemeen alleen nog als bijproduct, omdat het grootste gedeelte van de bauxiet tot aluinaarde wordt verwerkt.
Volume:
De aangevraagde concessie van Chinalco bevat 100 mt “high grade” bauxiet (hoogste kwaliteit). Indien deze eerst gemijnd wordt, is het niet meer rendabel om voor de overige 650 mt “low grade” bauxiet een aluinaarde plant op te zetten.
Indien er samen met de ontwikkeling van mijn ook een aluinaarde plant opgezet wordt, dan kunnen de totale bauxiet reserves van 750 mt verwerkt worden tot 250 mt aluinaarde.
Waarde:
Volgens de huidige afspraken in de conceptovereenkomst zal het exporteren van bauxiet maximaal USD 8.4 miljard in exportwaarde genereren (100 mt x 84 USD/mt (prijsaanname)).
Indien er een aluinaarde plant wordt opgezet dan zal er totaal USD 175 miljard aan exportwaarde worden gegenereerd (250 mt x 700 USD/mt). Het verschil tussen deze twee (bauxiet- vs aluinaarde export) is meer dan een faktor 20!!!Â
Levensduur van de mijn:
In het geval van 100 mt bauxietexport bij een productie van 6 miljoen ton/jaar is de levensduur van de mijn circa 16 jaar. Indien de bauxietreserves verwerkt worden tot 250 mt aluinaarde bij een productie van 2 miljoen/jaar is de levensduur van de mijn meer dan 100 jaar!!!Â
Arbeidsplaatsen:
Bij het opzetten van slechts een bauxietmijn voor de export van ruwe bauxiet zullen er totaal maximaal 500 banen worden geschapen (400 direct en 100 “spin-off”).
Bij het opzetten van en bauxietmijn t.b.v een aluinaarde plant zullen er totaal ongeveer 5000 banen worden geschapen (1400 direct plus 3600 “spin-off” (gebaseerd op 100 jaar industrie ervaring in Suriname).
Milieu:
Een ESIA (Environmental and Social Impact Study) inclusief een FPIC (Free, Prior and Informed Consent), voor het mijnen in primair bos, duurt 2-3 jaar waarna er een “Impact Benefit Agreement” moet komen met de vier dorpen van West Suriname.
Bosverlies van 6000 ha (30% van de concessie) zal een uitstoot van ongeveer 4 miljoen ton carbon met zich meebrengen.
Omzetderving van Carbon Credits is dan 250-300 mln USD over levensduur van de mijn.
Conclusie:
Indien we de volledige waarde van het Bakhuis gebergte willen benutten moeten we te alle tijden voorkomen dat er bauxiet wordt geëxporteerd. We moeten eisen dat de waarde toevoeging in Suriname gebeurt middels het opzetten van een aluinaarde raffinaderij, bij voorkeur gevolgd door een aluminium smelter.
Geen haast
Gezien het feit dat de eerste olieopbrengsten in Suriname in 2028 worden verwacht (samen met de geprojecteerde eerste bauxiet exporten), is een haastige deal voor enkel bauxiet exporten niet in het lange termijn belang van Suriname!
No refinery, no deal!
(Naam schrijver bij redactie Dagblad Suriname bekend)

