Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, Internationaal Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) blijkt twee dagen na de aanval van Hamas vanuit de Gazastrook op het grondgebied van Israël, 7 oktober, een verklaring te hebben uitgebracht op 9 oktober. Deze verklaring is echter nooit publiek gemaakt. Ook is de verklaring niet gepubliceerd op de eigen website van het ministerie van BIBIS.
Clichés
De verklaring begint met de tot cliché verworden – veel gehoorde – opmerking van minister Ramdin, dat “het buitenlands beleid van Suriname is geïnspireerd door het doel om mondiale vrede, stabiliteit en welzijn voor iedereen te bereiken, en in geval van conflicten de oplossing door middel van dialoog en onderhandelingen op een vreedzame en eerlijke manier, waarbij internationaal aanvaarde principes van respect, waardigheid en internationaal recht worden erkend”. Pas na dit cliché schrijft de bewindsman, dat Suriname “de recente terroristische aanslagen door Hamas op burgers en civiele objecten in de staat Israël” “betreurt en veroordeelt”.
Verschuilen achter CARICOM
“Suriname gelooft eveneens dat tegenaanvallen het conflict en het verlies van onschuldige levens alleen maar kunnen verergeren. Wij betuigen ons medeleven en medeleven aan allen die familie en dierbaren hebben verloren in dit diepgewortelde historische conflict. Suriname sluit zich aan bij de Caribische Gemeenschap en de rest van de internationale gemeenschap en roept op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren om verdere escalatie te voorkomen, hetgeen burgers in gevaar brengt”, aldus de verklaring.
Hieruit blijkt dat minister Ramdin zich verschuilt achter CARICOM en kennelijk niet zelf, namens de regering Santokhi-Brunswijk, oproept tot een onmiddellijk Israëlisch staakt-het-vuren. De Surinaamse regering heeft immers ook een eigen verantwoordelijkheid, maar het belang van een goede relatie met Israël lijkt zwaarder te wegen dat het leven van ruim twee miljoen in angst en terreur levende Palestijnen.
Verklaring naar Israël (via haar ambassade in Panama) ook op 9 oktober
Overigens, het is opmerkelijk dat Ramdin op dezelfde dag van zijn verklaring van 9 oktober, een verklaring stuurt naar de Israelische ambassade in Panama waarin hij, namens de regering Santokhi-Brunswijk- de aanval van Hamas veroordeelt, maar hij vraagt Israël niet – via haar ambassade in Panama – om een onmiddellijk staakt-het-vuren af te kondigen. Ook rept de BIBIS-bewindsman met geen woord over het feit dat Suriname de Palestijnse staat heeft erkend en er dus door Israël een bevriende staat van Suriname, Palestina, wordt aangevallen.
“Toewijding”
Verder stelt minister Ramdin, dat Suriname zijn toewijding herhaalt “om de inspanningen van de internationale gemeenschap, om duurzame vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten tot stand te brengen, te blijven steunen en herhaalt zijn afwijzing van iedere schending van het internationaal recht, in het bijzonder terreurdaden in al zijn vormen en uitingen. Suriname blijft de Resolutie 242 (SKN) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de voortdurende inspanningen van de Verenigde Naties naar een tweestaten-oplossing ondersteunen als de beste manier om alomvattende vrede, veiligheid en stabiliteit tussen Israël en Palestina te bereiken. Dit is de beste manier om de belofte waar te maken die de Verenigde Naties meer dan 75 jaar geleden aan het volk van Israël en Palestina hebben gedaan”, aldus de verklaring.
Vele jaren onderdrukking onbesproken
De bewindsman gaat in zijn verklaring met geen woord in op het feit, dat het Palestijnse volk al vele jaren wordt onderdrukt door de staat Israël. Ruim 2 miljoen Palestijnen leven opeengepakt op een relatief klein stukje grond, de Gazastrook. Ze bevinden zich in een openlucht gevangenis. Die jarenlang onmenselijke onderdrukking door de staat Israël van de Palestijnen blijft onbesproken door Ramdin, dat is de hete aardappel die de bewindsman nog moet doorslikken. Dat is de hete aardappel waarover de minister zich kennelijk niet klip en klaar wil uitspreken uit vrees dat er een deuk komt in de goede relatie met Israël.
PK