
De titel van het boek ‘Bouwen aan de wilde kust’ was een idee van Meyer. De wilde kust was het gebied tussen de Amazone en de Orinocco. “We hebben toen voor wat betreft de plantages niet alleen gekeken naar Suriname, maar ook gebieden als Demerara en Esqiubo, waar vergelijkbare plantages zijn aangelegd. Wat we eigenlijk wilden aangeven in het boek is dat de aanleg van de polders, plantages en ander infrastructuur te vergelijken was met een moeilijk gevecht in het oerwoud met modder, de muskieten en malaria. De omstandigheden waren verschrikkelijk moeilijk. Toch zijn er in die periode zeer indrukwekkende bouwconstructies aangelegd.”
Tijdens de presentatie heeft Ehrenburg kort aandacht besteed aan de onderwerpen die beschreven staan in het boek. Eén hiervan betrof de plantage-infrastructuur, waarbinnen er meer kennis over de plantage-arealen en oppervlakten, de cultuur en de uitwateringssluisen werd verschaft. Kortom vertelde hij over de wijze waarop de plantages in die tijd zijn ontwikkeld. Aan de orde kwamen ook de kanalen die over de jaren heen werden aangelegd, de wegen over land, de straten en bruggen binnen Paramaribo en hoe het gebruik van asfalt pas in 1938 begon.
In 2009 is Elhrenburg samen met Meyer begonnen aan dit project. De informatie was zoveel dat zij besloten de informatie in twee delen te knippen. Nu werken de twee ingenieurs dus aan het vervolg, waarin de geschiedenis van de infrastructuur van Suriname vanaf 1945 tot heden beschreven zal worden. Dit boek moet in december 2019 verschijnen.
NK

