Het beleid dat de overheid in de afgelopen periode heeft uitgezet, was een procyclisch beleid. Dit betekent dat overheidsuitgaven in relatieve zin bij lage wereldmarktprijzen afnemen en omgekeerd. Het Planbureau merkt in haar halfjaarrapport van juni 2018 op dat hoewel het financieringstekort in procenten van het BBP in 2016 – 2017 afnam, de primair niet-mineralen-balans in procenten van het niet-mineralen BBP, juist toenam in deze jaren. In 2014-2015 toen de wereldmarktprijzen daalden, was er een verkrapping van overheidsuitgaven geregistreerd. Het beleid in 2016-2017 kan weer als expansief betiteld worden met een positieve “fiscal” impuls.
Het Planbureau merkt op dat de overheid in 2018 zal moeten trachten om haar financieringstekort drastisch terug te brengen. Hoe langer het duurt om het tekort van de overheid terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau, hoe moeilijker het wordt om de fragiele stabiliteit van de economie te waarborgen en om uit de recessie te komen. Hiermee impliceert het Planbureau in beginsel dat de periode van recessie voor Suriname nog niet achter de rug is.
Het terugbrengen van haar financieringstekort is vooral van belang voor de ontwikkeling van de binnenlandse productie (de niet-mineralensectoren) die het zwaarst te lijden heeft van de recessie.
De van Staatsolie ontvangen middelen moeten verantwoord ingezet worden. Het aflossen van schulden met een hogere rentevoet is gewenst om zo de hoge schuldenlast omlaag te brengen. Echter attendeert het Planbureau op voorzichtigheid bij het (vervroegd) aflossen van binnenlandse schulden. Een al te drastische aflossing zou teveel geld in circulatie brengen, wat een inflatoir effect kan hebben en druk uitoefenen op de wisselkoers, zoals dat het geval was eind 2015. Als de overheid schulden gaat aflossen en vervolgens nieuwe aantrekt op de internationale kapitaalmarkt om tekorten te financieren, zullen deze nieuwe schulden tegen steeds hogere rentevoeten moeten worden aangetrokken. Het beoogde doel van een verminderde schuldenlast zal zo ook niet gerealiseerd worden. De overheid zal structurele maatregelen moeten nemen, waarbij sprake is van een integrale aanpak van inkomstenverhogende en uitgaven verlagende maatregelen om zo haar tekort drastisch terug te brengen. Impopulaire maatregelen zijn een vereiste volgens het Planbureau. Zij heeft het hier over maatregelen waarbij transparantie, samenwerking met alle relevante instituten en organisaties en goede communicatie naar de samenleving toe, gewenst zijn voor een succesvol beleid. Institutionele versterking van zowel overheids- als particuliere instituten en organisaties is tevens belangrijk voor de voorbereiding, implementatie en monitoring van het beleid.
Kavish Ganesh