Minister Hoefdraad is het gezicht van de verhevigde corruptiecultuur in Suriname. De regering van Suriname heeft de Anticorruptiewet ingediend bij DNA en deze kan morgen worden behandeld. Deze wet is een vreemde eend in de bijt, als we kijken naar de overheidscultuur die bevestigd, geconsolideerd en uitgebouwd is door de regering. De anticorruptiewet, uitgaande dat het degelijk en volledig is, is strijdig met de bedrijfscultuur bij de overheid. Aan het eind van de dag bepaalt niet een wet, maar de bedrijfscultuur. En dat maakt dat (bepaalde) wetten niet werken. Er is een cultuur van geheimhouding en het verborgen houden van gegevens, ook de DNA wordt daarbij niet gespaard. De minister van FinanciĆ«n heeft laatst aangegeven dat het onverantwoord is om financiĆ«le gegevens te verstrekken aan mensen die geen verstand hebben van de economie. Alleen in landen waarvan men uitgaat dat het een bananenrepubliek is, kan men soortgelijke uitspraken doen. Overheidsgegevens zijn op websites ter beschikking voor een ieder en niet alleen voor de universiteit en andere academische kringen. Deze minister heeft de cultuur van geheimhouding en geslotenheid van de overheidsadministratie versterkt en dat is in strijd met de anticorruptiecultuur, integendeel is het onderdeel van een corruptiecultuur. Een anticorruptiewet is het sluitstuk van een traject van het vestigen van een anticorruptiecultuur binnen de administratie en bij iedereen die goederen of diensten levert of ontvangt van de overheid. Deze anticorruptiecultuur is nog niet gevestigd, sterker nog, er is niet eens een aanvang gemaakt met het vestigen van een anticorruptiecultuur. Wat er nu heerst bij de overheid en delen van het bedrijfsleven is een corruptiecultuur aangedreven door macht welke gedragen en gesanctioneerd wordt door DNA vanwege een kadaverdiscipline. Aan de ene kant is er een corruptiecultuur en daarmee is strijdig een anticorruptiewet. Deze wet zal dus niet werken, omdat het zich niet verdraagt met de bedrijfscultuur die heerst vanuit de top van de regering en gangbaar is over de hele bedrijfsadministratie. De toon van de bedrijfscultuur bij de overheid wordt overal ter wereld gezet door de regeringsleider en/of het staatshoofd. De bedrijfscultuur zijn de waarden en normen waardoor de handelingen van de overheid worden geleid. De vraag rijst waarom nu opeens de anticorruptiewet moet worden behandeld terwijl de broodnodige voorfasen niet zijn doorlopen. Het heeft allemaal te maken met de publieke opinie die gebrekkig kan worden gevormd, omdat een groot deel van de bevolking de ontwikkeling mist om de zaken in context te bekijken en het hele plaatje te overzien. Een groot deel van de bevolking is niet in staat om te komen tot betrouwbare bronnen die hem in staat zullen stellen om verantwoord een opvatting te formuleren. Zo is belangrijk dat de overheid een nieuwsgierige en doorgravende pers toestaat en niet intimideert. Daarvan is totaal geen sprake, integendeel. Er is een perschef van de overheid die a la Rwanda praat over zuiveringen in de mediawereld. Telkens wanneer corruptie ter sprake komt, zegt de regering, bij monde van haar persman, dat ook de vorige regeringen corrupt waren, dus neks no fout. āLook whoās talkingā, is geen onderdeel van een anticorruptiecultuur, maar van een corruptiecultuur. āLook whoās talkingā is de verdediging van de regering, via haar staatsmedia, tegen wanbeleid en corruptie. Onderdeel van de bedrijfscultuur die gaat richting anticorruptie, is de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). Een goede WOB heeft als uitgangspunt transparantie voor alle burgers, de ngoās en de media. Enig belang om een dossier op te vragen dient niet te worden gevraagd en onderzocht. Iedereen, ook kleine burgers, hebben het recht om de uitgaven van zijn belastingcenten te onderzoeken. Alle burgers hebben het recht om een dossier, dat niet geheim is, op te vragen en in te kijken en zelfs om een kopie te maken. Een goede WOB is voorwaarde voor het doen werken van een anticorruptiewet. Een WOB geeft niet alleen rechten aan politici, officiĆ«le functies en volksvertegenwoordigers of erkende ngoās, maar ook aan minder bekende burgers. Een anticorruptiewet dient niet ervan uit te gaan dat de overheid het probleem van de corruptie bij of aangedreven door de overheid zal oplossen ten behoeve van de burger. De anticorruptiewet dient uit te gaan van de actieve en mondige burger die ook zelf nieuwsgierig is en bijdraagt aan de bestrijding van corruptie, zonder dat het zijn kop kost. Dat is waarvan het Inter-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie, dat wij hebben geratificeerd, uitgaat. Dit verdrag dat heel slecht in Suriname is uitgevoerd, hecht ook veel waarde aan de bescherming van klokkenluiders. De Wet bescherming van klokkenluiders, die corruptie aangeven uit zowel de publieke als private sector, is ook onderdeel van de anticorruptiecultuur. Het is een grove leugen dat er geen anticorruptiewetgeving bestaat in Suriname. In ettelijke wettelijke regelingen variĆ«rend van het Wetboek van Strafrecht en de Personeelswet tot de Comptabiliteitswet zijn er ettelijke bepalingen die corruptie bestrijden, maar deze bepalingen worden niet gebruikt. De oorzaak: het ontbreken van die anticorruptiecultuur. Het behandelen van de anticorrptiewet is derhalve niets anders dan een schijnbeweging. Wat wel nieuw zou zijn in de conceptwet is de plicht van alle āpublieke functionarissenā (niet alleen bepaalde) om jaarlijks hun vermogens inclusief de schulden te verklaren bij een orgaan dat ambtshalve verplicht is om drastische en onverklaarbare zaken te onderzoeken en de pg in te schakelen. Dat dient de basis te zijn van het huidige concept.
