Iwan en de Kalender van Zelfmedelijden

Iwan begint al te stressen. Het is nog geen januari. De vuurpijlen van Oudjaar zijn nog niet eens uit de lucht verdwenen, maar zijn bankrekening klinkt al als een lege drum. Zijn december­salaris? Op. Verdwenen. Verbrand in wat hij zelf noemt bigi ting spelen: dure flessen, overdreven etentjes, cadeaus voor mensen die hij nauwelijks spreekt, en natuurlijk selfies om te bewijzen dat het “lekker liep”.

Nu zit Iwan bij vrienden op de bank. Hij zucht diep. Schudt zijn hoofd. “Het land gaat slecht”, zegt hij met een stem vol drama. “Alles is duur. Niemand denkt aan de kleine man.” De vrienden knikken beleefd, maar hun ogen verraden iets anders. Ze hebben Iwan nog vorige week gezien, zwaaiend met zijn pinpas alsof het een lidmaatschapskaart voor eeuwige rijkdom was.

Het wrange is: Iwan gelooft zichzelf. In zijn hoofd is hij geen slachtoffer van overspending, maar van het systeem. Van de regering. Van de economie. Nooit van zijn eigen keuzes. De bigi ting waren nodig, zegt hij, om even te vergeten hoe zwaar het leven is.

Maar januari komt altijd. Onverbiddelijk. Zonder cadeaus, zonder excuses. En terwijl Iwan klaagt over het land, fluistert de kalender genadeloos terug: broko ben je al in december begonnen.

error: Kopiëren mag niet!