Er was eens een minister van Justitie in Suriname die besloot dat criminaliteit het best te bestrijden is… vanuit de lucht. Met een gehuurde helikopter, strak gemonteerd moreel gezag en een scenario dat rechtstreeks uit een James Bond-film leek te komen. De boodschap was helder: misdaad zou schrikken, rennen en zich overgeven. De uitkomst was nog helderder: meer dieven. Blijkbaar werkt cinema niet als beleid.
Fast forward naar vandaag. De huidige korpschef kondigt trots de inzet van drones aan. Klinkt modern, klinkt daadkrachtig. Klein detail: ze blijken al gekocht en stil ingevlogen, zonder publieke inschrijving. Transparantie? Ach, dat stoort alleen maar het camerabeeld. Zoveel voor crime-bestrijding met open vizier.
Ondertussen herinneren burgers zich de miljoenen die al zijn uitgegeven aan Safe City-camera’s. Camera’s die alles zien, behalve criminaliteit die zich er niets van aantrekt. De dief zwaait soms zelfs vriendelijk naar de lens. Preventie met een glimlach.
Het pijnlijke is dat de politie haar basiswerk nauwelijks aankan: aangiftes, opvolging, zichtbaarheid in de wijk. Maar zoals goed gebruik wil, beginnen we hoog in plaats van laag. Eerst gadgets, dan fundament.
Het geheel doet denken aan de film Stealth: hypermoderne drones met eigen wil, veel spektakel, weinig controle. In de bioscoop is dat spannend. In de rechtsstaat? Minder.
