De mooiste gebouwen van Suriname zijn ruim tweehonderd jaar oud. Dat is geen nostalgische overdrijving, maar een pijnlijke constatering. De houten herenhuizen, met hun sierlijke balkons en slimme ventilatie, stonden er al toen duurzaamheid nog gewoon gezond verstand heette. Ze overleefden regen, zon, koloniale bestuurders én onafhankelijkheid.
En nu? Nu bouwen we vierkante dozen met fletse verf en noemen dat “modern”. Creativiteit is vervangen door aanbestedingen, esthetiek door haast, en visie door Excel-tabellen. Elk nieuw gebouw lijkt te zeggen: ik sta hier omdat het moest, niet omdat iemand droomde.
Ironisch genoeg hadden onze voorouders minder technologie, minder geld en minder beton, maar wel meer smaak. Zij bouwden met oog voor klimaat, mens en schoonheid. Wij bouwen met oog voor budgetten en lintjesknippers.
Misschien moeten we stoppen met alleen restaureren wat oud is, en eindelijk weer leren bouwen met lef. Want een land zonder nieuwe mooie gebouwen, leeft op geleende glorie.
