Suriname balanceert op een dunne lijn tussen verbieden en toestaan. Sekswerk is niet legaal, maar ook niet expliciet verboden. “Wij bestaan in niemands wet,” zegt een vertegenwoordiger van een informele sekswerkersorganisatie.
Door deze grijze zone blijven sekswerkers buiten de wet beschermd. Ze hebben geen recht op medische zorg, geen toegang tot verzekering, en kunnen geen klacht indienen bij misstanden.
In landen als Nederland en Uruguay betalen sekswerkers belasting, krijgen ze medische zorg en politiehulp, maar in Suriname blijven ze onzichtbaar — totdat er iets misgaat.
Een lokale jurist zegt: “We willen de zonde niet erkennen, maar we innen wel de winst via vergunningen en boetes.” De ironie is groot: de staat profiteert van een grijze markt, maar geeft geen bescherming aan de werkers die deze markt draaiende houden.
Een eerlijk debat over legalisatie zou geen taboe moeten zijn. Het zou een daad van volwassenheid zijn — een stap naar erkenning, bescherming en veiligheid voor alle betrokkenen. Zolang de wet onduidelijk blijft, blijft sekswerkers alleen hun werk, maar niet hun rechten.
Disclaimer:
Dit artikel is gebaseerd op gesprekken met sekswerkers en juridische experts in Suriname. Namen en details zijn aangepast ter bescherming van de betrokkenen.
