De goudprijs is in één jaar tijd met bijna 70 procent gestegen. Dat is geen toeval en ook geen gewone marktschommeling. Volgens goudexperts is deze stijging vooral een signaal van wantrouwen: wantrouwen in valuta, in overheden en in de stabiliteit van het mondiale financiële systeem.
Goud wordt al eeuwen gezien als een veilige haven. Wanneer onzekerheid toeneemt, zoeken beleggers geen rendement maar zekerheid. “Deze stijging laat zien dat mensen bescherming zoeken tegen inflatie, geopolitieke spanningen en schuldenbergen”, zegt een internationaal goudexpert. “Goud betaalt geen rente, maar het behoudt waarde wanneer papiergeld onder druk staat.”
De huidige wereldsituatie speelt hierin een grote rol. Oorlogen, handelsspanningen, torenhoge staatsschulden en aanhoudend geld bijdrukken door centrale banken hebben het vertrouwen in traditionele valuta aangetast. Tegelijk kopen centrale banken wereldwijd recordhoeveelheden goud op, wat de prijs verder opdrijft.
Voor burgers betekent dit iets anders dan voor grote beleggers. Wie spaargeld heeft zien verdampen door inflatie, ziet in goud een vorm van stille bescherming. “De goudprijs stijgt niet omdat goud beter wordt”, benadrukt de expert. “Het stijgt omdat geld zwakker wordt.”
De explosieve stijging van goud is daarmee minder een succesverhaal, en meer een waarschuwing. Een waarschuwing dat het vertrouwen in het huidige economische systeem broos is. Goud glanst het felst wanneer de toekomst onzeker aanvoelt.