De onlogica van de Surinaamse vastgoedmarkt
De Surinaamse onroerendgoedmarkt volgt zijn eigen wetten. Of beter gezegd: géén wetten. Waar elders een aardverschuiving, economische crisis of klimaatalarm de prijzen doet zakken, blijft hier alles onverstoorbaar hetzelfde. Zelfs wanneer het letterlijk onder water staat.
Neem Paramaribo Noord. Een gebied dat steeds vaker kampt met wateroverlast, zeespiegelstijging en afwatering die het tempo van de natuur niet meer bijhoudt. Logisch zou zijn: mensen verhuizen, prijzen dalen, risico wordt ingeprijsd. Maar nee. In Suriname werkt het andersom: hoe groter het risico, hoe hoger soms de vraagprijs.
Dat heeft een simpele reden. Veel grond is ooit gratis of voor een habbekrats verkregen. Wie niets heeft betaald, voelt geen druk. Geen hypotheek, geen haast, geen noodzaak om “marktconform” te zijn. Men wacht rustig tot er een koper voorbij komt die óf verliefd is op een postcode, óf gelooft dat water altijd wel wegtrekt — al is het met gebed, beton of beloftes.
Zo ontstaat een markt waarin logica verdampt. Waar risico geen minpunt is maar een detail. Waar vraagprijzen geen weerspiegeling zijn van waarde, maar van geduld. En waar klimaatverandering geen reden is om te vertrekken, maar hooguit een extra reden om te zeggen: “Dit is een toplocatie.”
In Suriname zakt niet de prijs, maar alleen de grond. De rest blijft drijven — op hoop, koppigheid en de mythe van die ene “gekke koper” die alles goedmaakt.
