Zal duisternis zegevieren? (Deel 2)

De jongen en de man zaten een poosje zwijgend naast elkaar. Plots zei de jongen: ”Weet u meneer, ik ben blij dat er elk jaar weer kerst is omdat ik een kerstboom vol lichtjes zo mooi vind.’

De man knikte en vroeg: ”Weet jij waarom de mensen elk jaar weer lichtjes zetten in de kerstboom jongen?” “Ja natuurlijk, dat zeg ik net, want dat staat zo gezellig met al dat licht.” 

“Ja jongen die lichtjes zijn mooi en gezellig maar het dient niet alleen voor de gezelligheid hoor.  O…. waarvoor dan nog meer? Kijk daarnet zei je dat je opzettelijk op deze bank bent komen zitten omdat daar licht scheen. Niemand wil in de duisternis leven. Bij licht voelt ieder mens zich  altijd prettiger. Elk mens heeft van nature een hart vol licht.”

“Wat bedoelt u, schijnen er ook kerstlichtjes in ons hart?”

“Geen echt licht jongen, ik bedoel dat ze mooie dingen doen, lief zijn voor elkaar, elkaar helpen, delen met elkaar, elkaar geen pijn doen.” 

“Meneer, begrijp ik het goed, zegt u dat elk mens wordt geboren met een goed hart?”

“Ja kind. Kijk maar naar de lichtjes van de kerstboom, zo ziet elk hart er oorspronkelijk ook uit, vol licht. Jammer genoeg gooien de mensen soms dekens over die lichtjes van hun hart,  dan wordt alles donker, dan kan het licht niet meer naar buiten schijnen. En dat gebeurt steeds meer met het hart van de mensen.” 

“Echte dekens meneer?”

“Nee jongen, met dekens bedoel ik egoïsme, hebzucht, haat, stelen en hoe meer van deze dekens over het hart worden gegooid, hoe donkerder het  hart wordt.”

De jongen keek de man met kogelronde ogen aan en zei met een zacht, bibberig stemmetje, “Oh, daarom lopen er zoveel slechte en ontevreden mensen rond, ze hebben geen of weinig licht meer in hun hart.”

“Zo is het mi boi en dat kan je zien aan hun wangedrag. Een mens die rondloopt met een deken van egoïsme over zijn hart, denkt alleen aan zichzelf en degene met een deken van hebzucht is nooit tevreden en wil steeds meer. En degene wiens hart is bedekt met de deken van stelen en corruptie, zal altijd bedriegen en van anderen stelen. En degene met de deken van mishandelen zal altijd anderen pijn doen.” 

De man legde zijn grote hand op de schouder van de jongen en fluisterde hem in het oor: ‘Maar er zijn ook mensen met meerdere  dekens over hun hart. Bij die mensen is het hart heeeeeeeel. Deze mens ziet dan helemaal geen licht meer en loopt continu in het duister.”

“Zelfs met kerst meneer?”.vroeg de jongen fluisterend. 

“Ja mi boi, zelfs met kerst”, fluisterde de man zuchtend. “Oh  jee, wat erg”, riep het kind uit, “hoe krijgen de mensen de dekens dan weg van hun hart meneer zodat ze nooit meer zullen stelen, moorden, liegen, haten, frauderen of mishandelen? Hoe kunnen ze weer licht in hun hart brengen?”

“Dat kunnen ze alleen maar doen door steeds goede keuzes te maken. En dat moet bij de ouders beginnen. Die kunnen hun kinderen het goede voorbeeld geven en op ze passen zoals jouw moeder op je past. En die kinderen geven het weer door aan hun kinderen  en die weer aan hun kinderen.”

De jongen sprong van de bank en begon plots enthousiast op en neer te springen, terwijl hij uitriep: “Yes!! dat is de oplossing meneer, wij mensen moeten ervoor zorgen dat het licht in onze harten nooit bedekt zal worden met donkere dekens. Dan zullen alle  harten op de hele wereld vol licht zijn. Dan zal de hele wereld vol goede mensen zijn! Ik zie het al voor me, nooit meer oorlog, haat of zelfzucht, nooit meer corruptie of moord. Wat een prachtige wereld zal het zijn!”

De man zat naar het springende kind te kijken en antwoordde op ernstige toon: “Zo is het mijn kind en ik denk dat we dicht bij huis moeten beginnen. Begin gewoon bij jezelf. Zorg ervoor dat er nooit een deken van haat, hebzucht, egoïsme en stelen over je hart komt, dan zal je altijd in het licht

wandelen. En het mooie is jongen dat anderen je dan zullen nadoen. Net een kleine inktvlek die steeds groter wordt totdat er over de hele wereld alleen maar licht straalt.” 

“Oh. dus daarom zetten de mensen elk jaar weer de kerstboom vol lichtjes.”

“Ja jongen de kerstlichtjes zijn symbolisch. Ze moeten ons er aan herinneren om in het licht te leven.”

“Maar meneer, stel dat we nu op dit moment al wat donkere dekens op ons hart hebben, hoe raken we die dan kwijt?” 

“Gewoon oppakken en weggooien kind, je pakt het letterlijk en figuurlijk uit je hart en gooit het zo ver mogelijk weg. Dan zal het vredeslicht in alle harten blijven schijnen, niet alleen met kerst, maar ook na kerst, het hele jaar door. En jongeman bedankt voor jouw gezelschap. Ik kom elk jaar naar dit kerstgebeuren kijken, maar dit jaar vond ik het ’t mooist omdat ik met jou kon praten.” 

“Ik vond het ook leuk meneer, ik heb veel van u geleerd.”

“Nog dit wil ik je meegeven jongen. In het kerstverhaal staat dat de herders niet schrokken van de duisternis maar wel van het licht dat plots scheen. Het was even wennen. Ook voor ons mensen is het even wennen. De wereld zit vol duistere praktijken die het licht niet kunnen verdragen. Als Jezus, die het licht van de wereld is, erop schijnt, schrikken we en lopen we weg. Net zoals Adam en Eva zich na hun zonden verstopten in de bosjes. Maar jongen onthoud goed, we hoeven niet te schrikken van het licht en ervoor weg te lopen, we kunnen ons ook overgeven aan het licht. Het licht moet de duisternis verdrijven en wij mensen mogen de lichtdragers zijn van onze verloesoeman.’

* The Light of Christ Overcomes the Darkness

Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!