Voor veel Surinaamse gezinnen begint het nieuwe jaar niet met vuurwerk, maar met rekenwerk. De feestdagen zijn straks voorbij, maar de uitgavenācadeaus, eten, kleding, feestjesāblijven als stille gasten achter aan de keukentafel.
Bij het gezin Leboemba in Paramaribo wordt dat pijnlijk duidelijk wanneer moeder Shalini de stapel rekeningen op tafel legt. āWe willen onze kinderen niets tekortdoen, maar januari is altijd zwaarā, zegt ze zacht.
In december leven ze, net als velen, even boven hun budget. Een kleine winkelĀlening voor nieuwe outfits, een creditĀcardbetaling voor het kerstdiner, en een voorschot bij een geldschieter om het Oudjaarsfeest af te maken. Nu de feestvreugde voorbij is, komt de realiteit terug: rente, aflossingen en een salaris dat nooit lijkt mee te groeien.
Vader William rekent alles door op zijn telefoon. āJe denkt: het is maar ƩƩn keer per jaar. Maar elke januari begint met hetzelfde gat. En de kinderen begrijpen niet waarom dingen ineens ālaterā moeten.ā
Toch proberen ze hoopvol vooruit te kijken. Het gezin maakt dit jaar een strak huishoudplan: minder impulsaankopen, alleen noodzakelijke leningen, en elke maand een kleine spaarbuffer. āWe moeten veranderen, anders blijft december ons elk jaar inhalenā, zegt Shalini.
Hun verhaal staat niet op zichzelf ā het is de werkelijkheid van duizenden gezinnen in Suriname.
