Elk jaar zijn er weer kerstevenementen.
Er was een klein podium op het onafhankelijkheidsplein opgezet en enkele mensen zaten te genieten van het podiumgebeuren. Een man zocht en vond een goede zitplaats, ver van de drukte.
Hij ging zitten en genoot van het prachtige kerstconcert dat zich voltrok op het podium. Plots kwam er een jongentje naast hem zitten. Het kind zat de man, die met gesloten ogen zat te genieten, een poosje te observeren. Plots zei hij: “Ik weet waarom u hier zit meneer.’
De man keek hem aan en zei glimlachend, ‘Ja natuurlijk, ik ben net als jij hier om te genieten van het kerstconcert.’
‘Neeeeee dat bedoel ik niet, ik bedoel waarom u ervoor hebt gekozen om juist op deze plek te gaan zitten.” De man fronste en vroeg, ‘O ja, waarom dan’?
‘Omdat deze plek meer verlicht is door die lantaarnpaal. Weet u, ik houd ook niet van donker en daarom ben ik op deze bank komen zitten. Al die andere banken zijn in het donker want daar is geen lantaarnpaal.’
De man zweeg een poosje en zei plots:’ Ja, vertoeven in het licht vind ik ook heel fijn jongen, daarom ben ik zo blij dat God het licht heeft gemaakt.’ Het kind lachte en zei: ‘Ach welnee dat heeft God niet gedaan meneer, dat hebben de mannen van EBS gedaan!’ ‘Ik bedoel niet dat licht jongen.’ ‘Welk licht bedoelt u dan, ik ken geen ander licht. Ik weet alleen dat de elektriciteitscentrale licht maakt en dat licht kan ik zien, daarom is het niet donker hier bij de bank en hebben mensen licht in het hele land.’ ‘Ik bedoel het licht dat God heeft gemaakt jongen.’ ‘Huh… werkt God dan ook bij de EBS, is hij ook een elektra man?’ ‘Neen kind, luister dan zal ik het je uitleggen.’
‘Heel in het begin was er alleen duisternis op aarde en God liet toen licht schijnen in de duisternis. En later op de vierde scheppingsdag, maakte hij zelfs zon, maan en sterren. Er zijn twee soorten duisternis. Het licht dat je kan zien, is werkelijk het werk van de elektriciteitscentrale en dat haalt op straat en in de huizen de duisternis weg, maar er is ook een andere duisternis hoor. ’O ja! welke dan en wie haalt die duisternis weg?’
Met die andere duisternis wordt bedoeld de slechte dingen die mensen doen.
Doordat de mensen zoveel zondigen komen ze terecht in duisternis.
Ik weet dat mensen zondigen meneer maar, mijn moeder zegt altijd dat God zijn zoon Jezus naar de aarde had gezonden om ons van die zonden af te helpen?’
‘Ja jongen Jezus kwam om ons te redden. Zonder hem zou de mens nooit bevrijd zijn geweest van al die zonden. Maar jammer genoeg moet ik constateren dat het steeds donkerder wordt om ons heen en die duisternis zal alle licht op de duur doven.’ Waarom zegt u dat meneer? De man zuchtte en zei:’ Werp een blik in de wereld jongen, er gebeuren veel slechte dingen in de wereld. Er is oorlog, haat, hebzucht, egoïsme, diefstal, chantage en corruptie. Jezus is continu bezig is om mensen weer naar het licht toe te trekken, ik ben echter bang dat de duisternis zal overwinnen.’
Men zegt altijd dat Jezus het licht is van de wereld en dat wij mensen zijn voorbeeld moeten volgen om licht te helpen brengen in de duistere wereld. Maar jammer genoeg doen wij mensen dat niet. Er komt steeds meer kwaad op aarde. Mensen vernietigen elkaars land, vermoorden elkaar en streven naar macht en rijkdom. Er is veel hebzucht, jaloezie, corruptie en egoïsme.’
De jongen zweeg een poosje en zei plots triomfantelijk tegen de man: ”Ik weet de oplossing meneer, God kan Jezus toch sturen om de wereld nog een keer te redden?’ ‘Ach jongen dat doet God continu, Jezus is altijd om ons heen. God stelt ons continu gerust met deze woorden:” Ik sluimer noch slaap, ik zal niet toestaan dat je voet wankelt, ik zal je bewaarder zijn en de schaduw aan je rechterhand. Ik zal je helpen om twijfel, pijn en angst te overwinnen.” maar de mensen willen niet naar hem luisteren.
Tegen kerst krijgen de mensen elk jaar weer een reminder van God. Dan herinneren ze zich weer dat Jezus was geboren en waarom God zijn zoon had gestuurd. Dan leven ze slechts een poosje goed met elkaar. vieren feest met lekker eten en drinken en geven ze elkaar cadeaus. Het geven van kerstcadeautjes is niet iets wat de mens heeft uitgevonden hoor. God begon met geven toen hij ons zijn allergrootste schat gaf, namelijk zijn zoon Jezus omdat Hij ons mensen zo lief had.” Maar wat geven wij?
Laten we iets van Gods geschenk aan deze wereld zien?
Ervaren we het plezier dat voortkomt uit het geven aan anderen die het zoveel minder hebben dan wij? Kerst is daar juist zo een goede gelegenheid voor.
J. Vaseur
(Deel 2 verschijnt in Dagblad Suriname van maandag 22 december)

