Suriname kan nu volledig beschikken over toekomstige olieroyalties uit Blok 58
Met het afkopen van de zogeheten Value Recovery Instrument (VRI) die met de Oppenheimer bondholders was overeengekomen, zal Suriname nu voor de volle 100 procent direct kunnen beschikken over toekomstige olieroyalties uit Blok 58 wanneer in 2028 de olieproductie begint. Op basis van de overeengekomen VRI zouden toekomstige olieroyalties die TotalEnergies/APA aan Suriname moet overdragen, eerst gestort worden op de bankrekening van de Oppenheimer bondholders, die vervolgens 30 procent plus de nodige beheer- en administratieve voor zichzelf houdt. Pas daarna zou het resterende deel van 70 procent op de rekening van de Staat Suriname worden overgemaakt.
De VRI is onderdeel van de schuldherschikking die de vorige regering in december 2023 was overeengekomen met de Oppenheimer bondholders. In de zogenaamde Value Recovering Instrument-bijlage van de overeenkomst is de zogenaamde korting (‘haircut’/30 procent) omgezet in een nieuwe lening van 275,6 miljoen US dollar tegen een jaarlijkse rente van 9 procent rente. Deze zou moeten worden terugbetaald uit royalty inkomsten uit de olieproductie in blok 58.
De VRI stijgt elk jaar met 9 procent, en als het was doorgegaan tot 2050 zou Suriname in plaats van het initieel VRI-bedrag van circa USD 275 miljoen ruim USD 700 miljoen hebben uitgegeven. Daarnaast zou Suriname nog de andere ingekorte lening van ruim USD 1 miljard moeten aflossen.
Niet in staat te betalen
President Jennifer Simons zei onlangs tijdens de regeringspersconferentie dat Suriname op basis van de eerdere schuldherschikking volgend moet beginnen met rentebetalingen aan de Oppenheimer bondholders. In 2027 zou dat een groot probleem zijn, omdat in dat jaar alleen USD 150 miljoen moet worden betaald. Het land beschikt niet over de middelen om zulke bedragen te dekken.
De uitgave van USD 150 miljoen in één keer zou daarnaast enorme negatieve effecten hebben op de wisselkoers.
President Simons zegt dat haar regering kort na aantreden begonnen is met het zoeken naar alternatieven voor het schuldenprobleem. De regering wist van te voren dat de wijze waarop de eerdere schuldherschikking was geregeld, Suriname dat niet zou aankunnen.
Nieuwe obligatieleningen
In november heeft de regering met het aangaan van twee nieuwe obligatieleningen van in totaal USD 1,575 miljard (1 miljard en 575 miljoen) op de internationale kapitaalmarkt, alle oude obligatie die tot 2033 zou lopen, de zogeheten Oppenheimer lening, en de daarbij behorende olie gerelateerde Value Recovry Instrument volledig afgelost.
De twee nieuwe obligaties die via Bank of Americas Securities (BofA Securities) zijn uitgegeven hebben lagere rentes en een langere looptijd. Het gaat om een obligatie van USD 525 miljoen tegen een rente van 7,7 procent met een looptijd tot 2030 ( 2030-notes) en een andere ter waarde van USD 1,05 miljard tegen 8,5 procent rente met een looptijd tot 2035 (2035-notes).
De rentebetalingen zullen halfjaarlijks geschieden. De eerste vijf renteperioden van beide notes zijn voorgefinancierd via een Debt Service Account, waardoor de Staat tot 2028 minder druk op de begroting heeft. Vanaf 2028 zal rentebetaling voor het 2e halfjaar van de 2030- en 2035-notes beginnen; in 2030 volgt volledige aflossing, waarna alleen de 2035-notes nog zullen lopen tot 2035.

