Sinds de onafhankelijkheid heeft vrijwel elke gekozen regering dezelfde belofte gedaan: eerlijkheid, openbaarheid van bestuur en werken in het belang van het volk. Ook de huidige regering onder leiding van president Jenny Simons herhaalt die woorden. Maar voor veel burgers klinken ze inmiddels hol. Woorden alleen zijn niet genoeg; vertrouwen moet verdiend worden.
President Simons komt uit een partij met een beladen verleden. Juist daarom verwachten burgers méér dan mooie praatjes. Waarom worden overheidsfinanciën niet structureel openbaar gemaakt?
Waarom geen wekelijkse of maandelijkse publicatie van inkomsten, uitgaven en schulden? Als het werkelijk gaat om het geld van het volk, dan hoort het volk ook volledig inzicht te krijgen.
Transparantie betekent niet selectief informeren, maar alles laten zien – ook de pijnlijke cijfers. Door informatie achter te houden, ontstaat ruimte voor wantrouwen en geruchten. Het gevoel groeit dat burgers slechts datgene te horen krijgen wat de machthebbers willen vertellen, nooit het volledige verhaal.
Steeds opnieuw wordt angst gebruikt als middel: dreigende scenario’s, rampspoed als uitleg voor falend beleid. Dat kweekt geen geloofwaardigheid, maar afstand. Echte leiders durven open te zijn, ook wanneer de waarheid ongemakkelijk is.
Openbaarheid is geen gunst, maar een plicht. Pas wanneer cijfers vrij beschikbaar zijn en controle mogelijk wordt, kan vertrouwen langzaam worden hersteld. Zonder transparantie blijft democratie een belofte op papier.
