Prijsschok in de supermarkt: terwijl wij tellen, is de regering “bezig”

Ik sta in de winkel, kijk naar het prijskaartje en het prijskaartje kijkt terug. Lang. Intens. Alsof het wil zeggen: “Rustig ademen, dit is geen typefout.” Een pak rijst kost nu wat vroeger een week boodschappen was. Olie staat in een glazen vitrine, bijna met bewaking. Suiker? Alleen op afspraak.

De kassière glimlacht professioneel terwijl mijn portemonnee een burn-out krijgt. Mijn boodschappenmandje is halfleeg, mijn hartslag dubbel. Achter me fluistert iemand: “Broer, dit is geen supermarkt, dit is een museum van herinneringen.”

Thuis zet ik de tv aan. De president verschijnt en zegt met kalme stem: “Wij zijn bezig.” Bezig waarmee? Met tellen? Met kijken? Met voelen hoe mijn saldo verdampt? Want elke keer als wij bezig wordt gezegd, springt de prijs weer omhoog.

Op straat hoor je nieuwe meeteenheden: geen kilo’s meer, maar tranen per gram. Geen korting, maar emotionele steun. En als je klaagt, zegt iemand: “Geduld, beleid heeft tijd nodig.” Ja, net als mijn maag.

Ik geloof de president hoor. Echt. Ze zijn bezig. De prijzen ook. Die zijn al klaar.

error: Kopiëren mag niet!