Overleven in stilte: een Surinaams familiejaar onder druk

Het jaar loopt ten einde, maar voor veel Surinaamse gezinnen voelde het alsof elke maand zwaarder werd dan de vorige. Inflatie was geen abstract begrip meer uit rapporten; het zat aan tafel, in de portemonnee en in de gesprekken laat op de avond. Voor de familie A., wonend in een bescheiden huurhuis aan de rand van Paramaribo, werd 2025 een jaar van overleven.

Vader werkte nog steeds voltijds, maar zijn salaris bleef achter bij de realiteit. Elke prijsverhoging in de winkel was een kleine klap. Rijst, olie, kip – producten die ooit vanzelfsprekend waren – werden afgewogen, niet alleen op de weegschaal, maar ook in het hoofd. Moeder begon maaltijden te plannen alsof het een strategie was: één keer vlees per week, vaker soep, vaker “wat er nog is”. Niet uit keuze, maar uit noodzaak.

De huur ging omhoog, net als water en stroom. De elektriciteitsrekening werd een bron van spanning. Lampen gingen eerder uit, de ventilator alleen aan tijdens de heetste uren. Transport werd een dagelijkse puzzel: lopen waar het kon, reizen combineren, soms simpelweg niet gaan. De kinderen leerden vroeg dat “nee” geen onwil was, maar bescherming.

Toch gaf het gezin niet op. Ze pasten zich aan. Moeder begon kleine snacks te verkopen in de buurt. Vader deed klusjes in het weekend. De kinderen hielpen mee, begrepen meer dan men dacht. Wat hen overeind hield, was geen geld, maar samenhang. Eten werd eenvoudiger, maar gesprekken rijker. De zorgen werden gedeeld, niet verstopt.

Dit is geen uitzonderlijk verhaal, maar een spiegel van duizenden huishoudens. Het drama zit niet in grote woorden, maar in stille aanpassingen. Overleven werd een dagelijkse daad van discipline, creativiteit en liefde. 

En de vraag blijft: hoe lang kan een samenleving vragen dat haar gezinnen blijven volhouden, zonder uitzicht op echte verlichting?

error: Kopiëren mag niet!