Na een golf van klachten over hoge winkelprijzen heeft het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (kortweg EZ) de prijscontroles aangescherpt.
Minister Andrew Baasaron geeft aan dat de Economische Controle Dienst (ECD) wekelijks meerdere klachten ontvangt en, ondanks beperkte middelen, supermarkten intensief controleert op prijzen, hygiëne en voedselveiligheid. Voor veel burgers klinkt dit echter als een bekend verhaal.
Critici wijzen erop dat deze aanpak nauwelijks verschilt van die van eerdere ministers, met vergelijkbare uitkomsten.
Suriname koos jaren geleden bewust voor een vrijemarkteconomie, waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en de overheid slechts beperkt ingrijpt. Het gevolg is dat prijsstijgingen — zeker bij basisvoedsel — snel worden doorberekend aan de consument, vooral door het grote aantal schakels tussen importeur, groothandel en winkelier.
Wanneer de druk op de kosten van levensonderhoud toeneemt, grijpen regeringen vaak naar voedselpakketten als noodmaatregel. In het verleden zijn dergelijke programma’s echter herhaaldelijk ontspoord in inefficiëntie en corruptie.
President Jennifer Simons benadrukt nu dat prijzen omlaag moeten, maar volgens econoom dr. R. Sital kan dat alleen structureel via gerichte subsidies of het verkorten van de prijsketen.
“Zonder duidelijke prijsinterventie of transparante subsidies blijft controle symptoombestrijding”, stelt hij. Voor de burger blijft de vraag: wanneer volgt echte verlichting aan de kassa?
