Vijf maanden na het aantreden van het kabinet van president Geerlings-Simons is er nog steeds geen concreet beleidsplan voor korte en middellange termijn.
Terwijl de regering stelt dat ze in 2026 een Nationaal Ontwikkelingsplan en het National Local Content Program wil lanceren, blijven concrete tijdslijnen, wetgeving en meetbare doelen grotendeels afwezig.
In de Jaarrede van september formuleerde president Simons wel ambities rond begrotingsdiscipline, natievorming, zorg en onderwijs, maar echte beleidsplannen ontbreken nog steeds. Tegelijkertijd worstelt de staatsbegroting met aanzienlijke tekorten, wat de urgentie van een duidelijk plan onderstreept.
Het vooruitzicht dat belangrijke beleidsinstrumenten pas in 2026 operationeel worden, terwijl het land al jaren kampt met sociale en economische uitdagingen, stelt het geduld van de gemeenschap steeds weer op de proef.
Voor 2026 zijn nieuwe beleidsstappen aangekondigd. Als Suriname de stap maakt van intentie naar aantoonbare impact, zal afhangen van wetgeving, duidelijkheid over geldstromen en structurele monitoring. Tot die tijd blijven vooruitgang en verandering vooral een beleidsbelofte, waarvan de uitvoering nog moet worden bewezen.
Hoopvolle retoriek van de president alleen lost armoede, institutionele zwakte en corruptie niet op.
