Wat een mooi initiatief had moeten zijn – een broodje en eventueel een drank voor schoolkinderen – dreigt opnieuw te verzanden in een bekend en ellendig Surinaams verhaal. Gerommel, onduidelijkheid en vragen die onbeantwoord blijven. Het doet pijnlijk denken aan de beruchte naschoolse opvangvoeding uit het verleden, gestart onder een NDP-regering en nog steeds onderwerp van onderzoek bij het Openbaar Ministerie.
Nu staat er SRD 270 miljoen aan volksgeld op het spel, en nog vóór het programma goed en wel draait, gaat het al mis. De ene dag is de kwaliteit onder de maat, de volgende dag is de smaak slecht. Dan is er geen drank, dan weer wel. Alles lijkt “binnen het niveau”, maar niemand weet wiens niveau dat precies is.
De regering stelt dat er een inschrijving heeft plaatsgevonden, maar wie de toewijzing heeft gekregen, blijft onduidelijk. Zijn het professionele cateraars met ervaring en capaciteit? Of opnieuw burgers met een huiskeuken, een paar potten en pannen, zoals bij de naschoolse opvang?
Waarom kiest de overheid niet voor één bestaand, gecertificeerd bedrijf dat de hele keten beheert: inkoop, bereiding, kwaliteitscontrole en distributie? Dat is wat bedoeld wordt met professioneel beheer: duidelijke verantwoordelijkheid, controleerbare kwaliteit en transparantie.
Of is het bewust zo opgezet om partijgenoten te bevoordelen, met alle gevolgen van dien? Want steeds duidelijker wordt: dit gaat niet alleen om het kind, maar om veel geld. Miljoenen, verpakt in de naam van het kind.
En intussen is het kind de verliezer. Een schoolkind dat slecht of onvoldoende wordt gevoed, is benadeeld in zijn ontwikkeling, concentratie en toekomst. En dat is misschien wel het grootste schandaal van allemaal.

