Woningbouwvraagstuk enorm

Het woningbouwvraagstuk is enorm in Suriname. In 2019 is het masterplan voor volkswoningbouw en huisvesting in Suriname aangenomen in DNA. Daarna is er niet veel op dat vlak gebeurd, los van enkele fondsen die af en aan werden geïnstalleerd.

Nu is bericht dat door de regering SRD 20 miljoen in het fonds is gestopt om te beginnen met het inhalen van de achterstanden wat betreft woningbouw. Intussen hebben we ook een nieuw Burgerlijk Wetboek waarin het appartementsrecht moet zijn geregeld. 

De Surinaamse regering kan nu in het kader van de ontwikkelingshulp grootschalig hulp binnenhalen om omvangrijke volkswoningbouwprojecten op te zetten. Het lag eerder bij de NPS in de vorm van de staatsadvisuer volkswoningbouw, maar er is niet veel van gebakken. In de Grondwet van de Republiek Suriname is in Hoofdstuk VIII Sociale Ordening in artikel 49 bepaald, dat bij wet een Huisvestingsplan wordt vastgesteld, gericht op het in voldoende mate voorzien in betaalbare woningen en staatscontrole op de aanwending van onroerend goed voor volkshuisvesting. Bij wet is al het Huisvestingsplan voor Suriname vastgesteld. Ingevolge dit plan is aangegeven wat er in de komende jaren aan huisvesting huisvesting nodig zou zijn en hoe de aanpak zou geschieden. Dat zou al in 2022 zijn gebeurd voor de periode van 5 jaar tot 2017. Het is een dynamisch plan dat continue aan monitoring, evaluatie en bijstelling onderhevig zal zijn. 

Het Huisvestingsplan dient als grondslag voor het te voeren huisvestingsbeleid van de overheid. 

Het huisvestingsbeleid zal niet alleen moeten anticiperen op te verwachten ontwikkelingen in de samenleving, maar ook oplossingen moeten vinden gaandeweg aandienende huisvestingsvraagstukken. Dat is de belofte die is gedaan bij deze wet. Het maatschappelijk belang van huisvesting noodzaakt een brede maatschappelijke aanpak. Gebleken is dat er behalve de overheid en de aan haar gerelateerde instituten zoals de Stichting Volkshuisvesting Suriname (SVS) en het Low Income Shelter Program (LISP) ook niet-gouvernementele partijen en actoren in staat zijn, succesvol een bijdrage te leveren aan de aanpak en oplossing van de huisvestingsproblematiek voor de verschillende doelgroepen. Dit potentieel moet worden ingezet en benut om de woningnood structureel en duurzaam aan te pakken. Hiertoe is een beleidskader nodig dat zulks mogelijk maakt, maar ook regelgeving die hun bijdrage en de voorwaarden waaronder zulks moet geschieden regelt. Tevens mechanismen die (bij)sturing, controle en verantwoording zijdens partijen naar de overheid toe mogelijk maakt. 

Voor urgente gevallen en voor overige kwetsbare groepen (noodhuisvesting, senioren, zorgbehoevenden, mensen met een beperking) die eventueel toch niet in aanmerking kunnen komen voor op hun behoefte afgestemde huisvesting vanwege verscheidene redenen kan niet slechts op de niet gouvernementele actoren worden teruggevallen. Derhalve zullen deze groepen toch afhankelijk zijn van de overheid, hetzij in de vorm van sociale woningbouw, betaalbare huurwoningen, subsidie of facilitering. 

Het huisvestingsbeleid zal uitgevoerd moeten worden in een spectrum, waarbij de overheid het partnerschap met de particuliere sector verbetert en/of stimuleert. Hierdoor ontstaat er een gedeelde verantwoordelijkheid bij partijen. Enerzijds, treft de overheid maatregelen die voorwaarden scheppen middels het beschikbaar stellen van bouwrijpe gronden ten behoeve van de woningbouw, anderzijds komt de particuliere sector in met bouw, beheer en exploitatie van woningen. 

Het beoogde huisvestingsspectrum bestaat uit drie entiteiten waarvan de Huisvestingsautoriteit Suriname niet is ingesteld. De Hypotheekbank(en) c.q. hypotheekinstelling(en) zijn er wel. 

Wat we ook nog niet hebben zijn de woningbouwcorporaties De Huisvestingsautoriteit moet een toezichthoudende, adviserende en monitorende taak hebben inzake de uitvoering van het huisvestingsbeleid. Tevens zal dit orgaan als beroepsinstantie fungeren. De Hypotheekbank c.q. hypotheekinstelling zal als uitvoerend orgaan zorg dragen beschikbaar (doen) stellen van fondsen ter uitvoering van woningbouwprojecten.

De woningbouwcorporaties moeten belast zijn met het bouwen en/of doen bouwen van voor de verschillende doelgroepen op ter beschikking gestelde terreinen alsmede behee  exploitatie van woning en woonomgeving. 

Een andere zaak die het wonen in Suriname tot een zware uitdaging maakt zijn de huurprijzen van woningen. De huurprijzen van de op de markt aangeboden huurwoningen zijn van een dusdanig niveau, dat het zelfstandig starten met een huishouden in een huurwoning niet meer haalbaar is voor vele startende huishoudens. De particuliere huurwoningmarkt is reeds geruime tijd gericht toeristen en vakantiegangers, die in staat zijn de huur op te brengen. Jonge volwassenen hebben mede hierdoor al geruime tijd niet meer de mogelijkheid om het ouderlijk huis te en zelfstandig te gaan wonen. Het gevolg is dat meerdere generaties in dezelfde woning vertoeven. Los van overbewoning en achteruitgang van de woning, is dit vanwege verschillende sociale redenen, ongewenst. De onvermijdelijke onafhankelijke levenswijze, beperking in en de beleving van “onvolwaardige” volwassenheid vormen mede aanleiding om het elders, meestal buiten de grenzen des lands, te beproeven met als bijkomende consequentie het wegtrekken van kader. 

Gelet op de frequentie van advertenties kan worden verondersteld dat er een behoorlijk aanbod is ten behoeve van huur en koop. De gevraagde tarieven zijn voor veel huishoudens veel te hoog. Indien er dus zoveel aanbod bestaat dan is er kennelijk voldoende beschikbaarheid, zo niet een overschot aanwezig. In geval woningen vrij beschikbaar zijn, is er sprake van momentane of langdurige leegstand. Dit kan het gevolg zijn van vraagprijzen maar ook doordat de verhuurder niet bereid is voor langere tijd met lokale woningzoekenden een huurovereenkomst aan te gaan. 

Door het ontbreken van wetgeving en andere mogelijkheden ten behoeve van huurders kunnen verhuurders absurde prijzen vragen en zijn de kansen van huurders op een betaalbare oplossing van hun woonbehoefte gering. Anderzijds bieden huurbeschermingswet verhuurders onvoldoende zekerheden met betrekking een vlotte ontruiming indien huurders zich niet aan de overeenkomst houden. Het rechtsproces om zulks gedaan te krijgen is voor de verhuurder een tijdrovende en kostbare aangelegenheid.

Het laatste is vaak aanleiding voor verhuurders om ondanks inkomstenderving onderhoudslasten desnoods te kiezen voor leegstand of voor verhuur aan kortverblijvers (stagiaires en vakantiegangers), die niet alleen de vraagprijs kunnen betalen, maar ook de woning na afloop van de afgesproken termijn zonder problemen ontruimen. 

Al met al hopen we dat de autoriteit en de woningbouwcorporaties worden ingesteld en dat weer aandacht wordt besteed aan de huisvestingsproblematiek in Suriname.

error: Kopiëren mag niet!