Tijdens zijn werkbezoek aan de Surinaamse Landmacht benadrukte minister Uraiqit Ramsaran van Defensie dat er verbeteringen zijn doorgevoerd, ondanks de beperkte middelen. Volgens de minister is het “een grote kunst” dat de dagelijkse voeding van militairen inmiddels op niveau is gebracht.
Ook president Jennifer Simons deed bij haar recente bezoek verschillende beloftes aan het leger. Toch blijft de realiteit onveranderd: Defensie heeft nauwelijks budget om de bestaande operaties draaiende te houden.
Militair deskundigen vragen zich hardop af hoe verdere versterking van het leger mogelijk is. Er is geen structurele financiering voor training, materieelvervanging, grensbewaking of modernisering, terwijl Suriname een uitgestrekt landoppervlak van 164.000 km² moet beveiligen met een bevolking van slechts 500.000 inwoners. “De ambities zijn groter dan de middelen”, stelt een analist.
Volgens experts vereist een toekomstmodel voor Suriname een defensie-architectuur die is afgestemd op nul-groei-budgetten en maximale efficiëntie. Kernpunten zijn: een kleine maar professioneel opgeleide kernmacht; focus op lichte, snel inzetbare eenheden; strategisch gebruik van reservisten; intensieve samenwerking met buurlanden en internationale partners; digitale en drone-gebaseerde grensbewaking; en outsourcing van niet-gevechtstaken zoals logistiek en onderhoud.
Zonder zo’n realistisch model blijven beloftes aan het leger symbolisch. “We kunnen niet blijven doen alsof we een leger van 10.000 man kunnen onderhouden”, benadrukt de expert. “Suriname moet kiezen voor een compact, technologisch ondersteund en betaalbaar defensiesysteem, anders blijft elke verbetering een uitzondering in plaats van beleid.”

