De advocaat-generaal bij de Hoge Raad adviseert alle cassatieklachten van vier Surinaamse banken over het beslag op €19,5 miljoen contant geld te verwerpen.
Het geld werd in 2018 op Schiphol onderschept tijdens transport van de CBvS naar Hongkong. Volgens de advocaat-generaal geldt geen staatsimmuniteit, omdat het geld eigendom was van commerciële banken en de Centrale Bank van Suriname slechts een faciliterende rol had. Er was bovendien voldoende verdenking van witwassen door grote stortingen, onduidelijke herkomst en eerdere zendingen.
Het beslag is volgens de advocaat-generaal niet disproportioneel.