Het Nederlandse staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Maxima aan Suriname staat volledig in het teken van de 66 miljoen euro die Nederland beschikbaar stelt voor bewustwording, heling en maatschappelijke ontwikkeling rond het slavernijverleden.
Hoewel het onderwerp historisch en moreel gewicht draagt, klinkt in Paramaribo steeds luider de vraag: is dit nu het hoogste niveau dat een bezoek van een top-10 economie ter wereld kan bereiken?
In plaats van concrete handelsmissies, investeringsafspraken, technologische partnerschappen of nieuwe marktkansen te openen – iets waar Nederland internationaal in uitblinkt – draait bijna elk gesprek om het verleden. Surinaamse ondernemers hadden gehoopt op netwerken, toegang tot Nederlandse kennisclusters, kansen voor landbouw, waterbeheer, AI-ontwikkeling, havenlogistiek en onderwijsinnovatie. Maar dat momentum bleef uit.
De erkenning van het slavernijverleden is waardevol, maar mag de toekomst niet overschaduwen. Suriname heeft economische partners nodig die durven investeren in groei, banen en innovatie. Nederland beschikt over ongekende expertise en invloedrijke netwerken die het land in één strategische beweging dichter bij duurzame ontwikkeling en internationale integratie hadden kunnen brengen.
Met het staatsbezoek lijkt vooral een moreel dossier te zijn bediend, terwijl het zakelijke fundament nauwelijks werd aangeraakt. Een gemiste kans – want heling is belangrijk, maar vooruitgang is óók noodzakelijk.