Volgens criminoloog dr. J. Ramsoedh laten de nieuwste misdaadcijfers zien dat Suriname statistisch gezien veiliger is geworden, maar dat dit niet automatisch leidt tot een sterker veiligheidsgevoel onder de bevolking. De cijfers tonen namelijk vooral een kwantitatieve daling, terwijl de kwalitatieve impact van geweldsdelicten in een kleine samenleving juist groter blijft.
Ramsoedh wijst erop dat de criminaliteit in 2025 in bijna alle categorieën is gedaald: minder diefstallen, minder inbraken, minder overvallen en zelfs minder verkeersdoden. “Op papier is dat een duidelijke verbetering. Maar perceptie is iets heel anders.
In een land met een relatief kleine bevolking — waar iedereen elkaar kent of via-via verbonden is — heeft elk ernstig incident een veel diepere maatschappelijke echo.”
Met name de cijfers rond levensberovingen en gewelddadige overvallen spelen hierin een rol. Hoewel het aantal moorden licht daalde van 27 naar 26, blijft elke gewelddadige doding buitenproportioneel voelbaar. “Eén dodelijk incident in een buurt wordt gespreksonderwerp in heel Paramaribo. Daardoor lijkt het alsof het erger wordt, ook wanneer de statistieken het tegendeel laten zien.”
Daarnaast noemt de criminoloog dat bepaalde geweldsdelicten — berovingen met wapens, woninginbraken waarbij bewoners thuis zijn, en overvallen op kleine ondernemers — een sterke psychologische impact hebben. Deze delicten creëren een gevoel van willekeur: het idee dat het iedereen kan overkomen. Dat gevoel is volgens hem een belangrijke voorspeller van onveiligheidsbeleving.
Ramsoedh benadrukt dat de politie-inzet duidelijk effect heeft, maar dat communicatie, buurtpreventie en zichtbare handhaving essentieel blijven om het subjectieve veiligheidsgevoel te versterken. “De daling is positief, maar kwetsbaar. Het veilig voelen is minstens zo belangrijk als het statistisch veilig zijn. En dat vraagt om voortdurende aandacht, dialoog en vertrouwen tussen gemeenschap en politie.”