Het stilleggen van de Sociaal-Economische Raad, SER, verzwakt essentieel overleg tussen overheid, werkgevers en werknemers in turbulente economische tijden.
De Sociaal-Economische Raad is bij wet ingesteld als het hoogste adviesorgaan voor sociaal-economisch beleid in Suriname. Het instituut speelt een cruciale rol in het bevorderen van evenwichtige besluitvorming tussen overheid, vakbonden en werkgevers.
Door in september 2022 geen nieuwe leden te (her)benoemen, werd de SER echter feitelijk uitgeschakeld. Dit is niet slechts een procedureel verzuim, maar een ernstige aantasting van de institutionele governance.
In een periode waarin Suriname diep in economische crisis verkeert, is het weghalen van een wettelijk adviesorgaan zowel riskant als inhoudelijk onverdedigbaar. De SER biedt expertise, representatie en stabiliteit; het functioneert als platform waar sociale belangen worden afgewogen voordat beleid wordt vastgesteld. De stilstand betekent dat grote besluiten nu zonder noodzakelijke maatschappelijke toetsing plaatsvinden.
Opvallend is de stilte vanuit De Nationale Assemblee, inclusief oppositiepartijen, terwijl juist dit orgaan mede afhankelijk is van SER-adviezen. Ook werkgevers en vakbeweging toonden weinig protest, wat wijst op institutionele verzwakking en politieke vermoeidheid.
Met de aantreding van president Simons ligt de verantwoordelijkheid nu volledig bij het nieuwe staatshoofd. Herstel van de SER is noodzakelijk om vertrouwen, overlegstructuren en beleidskwaliteit te garanderen. Zonder functionerende SER blijft Surinames sociaal-economische koers incompleet en kwetsbaar.
- Bron: VES, het Surinaams Economistenblad