Soms krijgt een rit een onverwachte lading. Op een doordeweekse ochtend stapte een minister gehaast in bij een taxichauffeur. Hij was onderweg naar een belangrijke vergadering en begon direct te mopperen: over de drukte, de files en het chaotische rijgedrag van anderen.
De chauffeur, die al jaren het verkeer trotseerde, luisterde zwijgend. Totdat hij plots droog zei: “U maakt de regels, ik rijd er alleen in.” De woorden vielen als een steen in de auto.
De minister verstomde. Voor het eerst leek hij te beseffen hoe beleid in de praktijk aanvoelde. De chauffeur dacht aan eerdere ritten: de verpleegster die elke ochtend te laat dreigde te komen door opstoppingen, of de student die zuchtte over de bus die nooit op tijd reed.
Het verkeer was niet alleen asfalt en auto’s, het was het leven van duizenden mensen per dag.
De rest van de rit verliep in stilte. Toen ze bij het ministerie aankwamen, stapte de minister uit zonder verdere woorden. Alleen een korte blik, bijna schuldbewust. Voor de chauffeur werd het een verhaal dat hij nog vaak zou vertellen: soms kan één zin meer zeggen dan een heel politiek debat.