In Suriname groeit de frustratie over het feit dat politici en hoge functionarissen bij gezondheidsproblemen vaak direct uitwijken naar het buitenland. Niet zelden worden deze medische reizen volledig door de belastingbetaler bekostigd.
Volgens gezondheidsdeskundigen is alleen een uitzondering gerechtvaardigd wanneer het gaat om levensbedreigende situaties waarvan de behandeling aantoonbaar niet in Suriname kan worden uitgevoerd. “Die regel zou voor álle burgers moeten gelden, niet alleen voor gezagsdragers”, benadrukken zij.
Toch komt het voor dat sommige beleidsmakers, zelfs bij behandelbare aandoeningen, verkiezen om op kosten van de staat elders hulp te zoeken. Dat stuurt een pijnlijk signaal de samenleving in: het impliciete oordeel dat de Surinaamse gezondheidszorg onvoldoende zou zijn—een oordeel dat zij zelf hebben meegevormd door beleid, investeringskeuzes en jarenlange onderfinanciering.
Medisch commentaar wijst op het risico van deze praktijk: het ondermijnt het vertrouwen van de bevolking, draineert publieke middelen en verhindert dat noodzakelijke verbeteringen in lokale ziekenhuizen worden doorgevoerd. “Als de top van het land geen vertrouwen toont in onze zorg, waarom zou de burger dat dan wel moeten hebben?”, vragen professionals zich af.
Experts pleiten daarom voor strikte richtlijnen, transparantie en gelijke behandeling. Gezondheid mag geen privilege zijn. Suriname verdient een zorgsysteem waarin zowel de gewone burger als de beleidsmaker veilig en vol vertrouwen geholpen kan worden—op eigen bodem.