Volgens minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening (OWRO) moeten landelijke schoonmaakacties geen eenmalige campagnes blijven. Volgens hem heeft Suriname nu de kans om een structurele omslag te maken: van incidenteel opruimen naar een nationaal besef dat netheid, orde en milieuverantwoordelijkheid een vast onderdeel van ons leven moeten zijn.
Volgens de bewindsman is het voor hem vanaf dag één duidelijk geweest dat schoonmaakbeleid niet alleen een logistieke opdracht is, maar een strategische pijler om Suriname aantrekkelijker te maken voor toerisme en tegelijkertijd de leefbaarheid van burgers te verbeteren.
“Als wij een land kunnen creëren waar toeristen naartoe willen komen, dan creëren wij eigenlijk een paradijs voor onszelf”, aldus Tsang.
Grote schoonmaak
In de afgelopen weken is op brede schaal schoongemaakt: goten, bermen, singels en pleinen werden aangepakt in aanloop naar de viering van 50 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid. Toch is de minister niet volledig tevreden over de uitvoering. Hij wijst op het gebrek aan samenhang tussen de verschillende teams. “Wanneer een goot wordt opgehaald, blijven de bermen vuil. En als de bermen netjes zijn, blijft het vuil in de goot liggen. Dat is niet de bedoeling. We moeten gecoördineerd werken zodat mensen zien dat het land echt mooier en schoner kan zijn”, sprak de minister tegenover ABC.
Tsang maakt zich vooral zorgen over de algehele mentaliteit. Tijdens recente bezoeken, zowel in Paramaribo als in districten, trof hij grote hoeveelheden plastic, flessen en papier langs wegen en rivieren aan. “Ik moet me soms schamen voor wat ik zie. Mensen gooien alles uit hun auto. Dat komt door gebrek aan bewustwording, maar ook aan vaderlandsliefde.”
Gedragsverandering
“Bij ouderen is gedragsverandering lastiger. Wat je van jongs af aan aanleert, blijft. Daarom willen we nieuwe generaties vormen tot burgers die niet eens overwegen om vuil op straat te gooien.”
Toch beseft de minister dat bewustwording alleen niet voldoende is. Volgens hem is het tijd voor strenger optreden, consistente handhaving en toepassing van bestaande milieuwetten. “Surinamers gedragen zich netjes in het buitenland, omdat ze weten dat de wet gehandhaafd wordt. Hier ontbreekt dat. We hebben Milieupolitie, gewone politie, en wetten die duidelijk zeggen dat vuil storten op straat verboden is. Maar als er niet wordt opgetreden, veranderen mensen ook niet.”
De bewindsman pleit daarom voor een mentaliteitsverandering, niet alleen bij burgers, maar ook bij de controlediensten. Zonder consequente handhaving blijft vervuiling een hardnekkig nationaal probleem. “Deze verandering moet overal plaatsvinden. Het begint bij bewustwording, bij controle en bij politieke wil. Maar het gaat vooral om een collectieve mentaliteitsshift. Laten we ergens beginnen.”