De snel escalerende confrontatie tussen de Verenigde Staten en Venezuela is geen geïsoleerd Caribisch conflict meer. Het vormt een structurele verschuiving in de mondiale economische machtsverhoudingen, met directe gevolgen voor energieprijzen, handel, monetaire stabiliteit en geopolitieke allianties.
De inzet is uitzonderlijk groot: Venezuela bezit 303,8 miljard vaten olie, goed voor 18% van de wereldwijde reserves, terwijl de Amerikaanse troepenopbouw van 12.000 militairen en een dozijn marineschepen effectief als een blokkade fungeert.
Met de uitschakeling van Chevron als laatste legale exportkanaal dreigt Venezuela binnen twaalf maanden nog eens 30–40% van zijn al ingestorte olieproductie te verliezen. Dit dwingt India en China, samen goed voor 600.000 vaten per dag aan Venezolaanse importen, tot een strategische keuze: gehoorzamen aan de Amerikaanse 25%-tarieven of geconfronteerd worden met hogere energiekosten en verlies van toegang tot de Amerikaanse markt ter waarde van respectievelijk 78 miljard (India) en 500 miljard dollar (China).
De impact op de wereldeconomie is direct voelbaar. Met Brent rond 87 dollar en WTI op 83 dollar, wijzen analyses op mogelijke stijgingen richting 120–140 dollar per vat. Elke 10 dollar prijsstijging kost de wereld 0,2% groei. In de VS kan benzine oplopen tot 5 dollar per gallon, goed voor 300 miljard USD minder consumentenbesteding.
Tegelijk versterkt Rusland zijn aanwezigheid in Venezuela met potentiële leveringen van raketten tot 3.400 km bereik. China blijft profiteren van goedkope gesanctioneerde olie, met kortingen van 30–40 dollar per vat. Hierdoor versnelt de trend richting dedollarisatie: het aandeel van de dollar in wereldreserves kan dalen van 59% naar 50%, wat de Amerikaanse rente en schuldenlast structureel verhoogt.
Voor Suriname en het Caribisch gebied betekent dit één ding: langdurige energievolatiliteit, hogere importkosten en een regio die opnieuw geopolitische frontlinie wordt. De regels van de wereldeconomie worden herschreven – en wij zitten pal aan de rand van dit nieuwe strijdtoneel.
Benjamin C. Franklin