In de officiële archieven staan ze als “noodaanbestedingen”: snelle contracten om “urgente nationale projecten” te redden. In werkelijkheid zijn het deals die nooit het daglicht mogen zien. Ondertekend in haast, goedgekeurd door stilte.
De documenten komen tot stand na middernacht.
Geen openbare inschrijvingen, geen mededinging. Alleen een handvol namen, telkens dezelfde. Bedrijven zonder kantoor, zonder telefoonnummer, maar met miljoenen op hun rekening binnen een week.
Een accountant die ooit de papieren onder ogen kreeg, vertelde dat sommige handtekeningen identiek waren — gekopieerd, geplakt. Zelfs de datumstempels waren vervalst. Toen hij een rapport opstelde, verdween hij uit de dienst wegens “administratieve onregelmatigheden”.
De minister die verantwoordelijk was, noemt het “routine”. De procureur die ernaar vroeg, kreeg plots een ander dossier toegeschoven. De journalisten die erover schreven, ontvingen brieven van advocaten — en stiltes van hun uitgevers.
In één geval werd een brug betaald die nooit gebouwd is. Toch wordt ze elk jaar gerepareerd in de begroting.
Een fantoombrug, in beton gegoten op papier.
De connectie tussen de spookbedrijven en een buitenlandse bank blijft onduidelijk. Maar insiders fluisteren dat het geld telkens via dezelfde route reist: eerst naar de haven, dan naar een consultancyfirma in Panama, en uiteindelijk… terug in de zak van de opdrachtgever.
Ze noemen het “ontwikkelingsgeld”.
Maar de enige die zich ontwikkelt, is de duisternis.
Disclaimer: Dit is een fictieve politieke thriller; alle personages en gebeurtenissen zijn verzonnen.