De onverwachte riddering van de ontslagen Surinaamse ambassadeur Rajendre Khargi tot Ridder Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau heeft in Paramaribo de diplomatieke gevoeligheden doen oplaaien.
Terwijl president Jennifer Geerlings-Simons Khargi recent uit zijn functie verwijderde, erkent Nederland hem nu met zijn hoogste koninklijke onderscheiding. Dat voelt voor velen als een symbolische diplomatieke klap, maar formeel ligt het subtieler.
Diplomatiek gezien benadrukt Nederland hiermee vooral Khargi’s persoonlijke bijdrage aan de verbetering van de bilaterale relaties, onafhankelijk van Suriname’s binnenlandse benoemingsbeleid. Het is een gebaar dat niet bedoeld is om Paramaribo te provoceren, maar wel onvermijdelijk vragen oproept:
Hoe leest Suriname dit? En hoe reageert een regering die net afscheid heeft genomen van dezelfde man die Nederland nu eert?
In de internationale diplomatie wordt zelden openlijk tegen de lijn van een partnerstaat ingegaan. Daarom mag dit eerder worden gezien als Nederlandse waardering voor de historische rol van Khargi, en minder als kritiek op het beleid van Simons. Toch, politiek blijft perceptie alles.
Het feit dat zowel de Nederlandse premier als de koning binnenkort Suriname bezoeken, vergroot het gewicht van dit moment.
Het is nu aan Paramaribo om de rust te bewaren, het grotere belang te zien en het bilaterale traject niet te laten ontsporen. Diplomatie is uiteindelijk het vermogen om gevoeligheden in te slikken om strategische kansen te behouden.