“Het zijn niet de behoeftigen die een probleem vormen in deze wereld, maar de hebzuchtigen.”
In de stromende regen staat een magere jongeman, doorweekt, terwijl een zwaargebouwde man in pak onder twee paraplu’s staat — alle beschutting voor zichzelf. Het beeld zegt meer dan duizend woorden: niet iedereen die weinig heeft vormt een last, maar vaak zijn het degenen die nooit genoeg lijken te hebben die de samenleving het zwaarst belasten.
In Suriname herkennen we dit maar al te goed. De kleine man, de marktkoopvrouw, de student, de alleenstaande moeder: zij ploeteren elke dag om rond te komen. Zij vragen niet om luxe, maar om een beetje verlichting, een eerlijke kans. Toch zijn het zelden deze mensen die economische crises veroorzaken of miljoenenprojecten laten mislukken.
De echte problemen komen vaak van hogerop: beleidsmakers die geen rekenschap afleggen, ondernemers die woekerwinsten najagen, en machthebbers die privileges beschermen terwijl de gewone burger de regen moet trotseren zonder paraplu.
En iedere keer wanneer prijzen stijgen, salarissen achterblijven en corruptieschandalen opduiken, wordt duidelijk hoe scheef de paraplu’s verdeeld zijn. Het is een systeem waarin wie al veel heeft, nog meer krijgt — en wie weinig heeft, nog minder bescherming.
Suriname verdient beter. We moeten leren dat solidariteit geen zwakte is, maar een fundament. Want echte groei begint wanneer de paraplu’s worden gedeeld, niet opgepot.