Vijftig jaar politiek gegoochel – Maar het volk betaalt de rekening

Het lijkt wel alsof de Surinaamse politiek al een halve eeuw bezig is met een wedstrijd wie het land het snelst kan uitputten. En toch… het volk staat er nog. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat Surinamers nu eenmaal hardnekkig zijn: creatief, overlevingskundig, en soms pijnlijk gewend aan teleurstelling. 

Maar laten we eerlijk zijn: alleen mensen die nooit echt armoede hebben gekend durven nog te zeggen dat Suriname “niet kapot is geslagen”.

Want als alles zo “meeviel”, waarom woont de helft van onze bevolking inmiddels in een ander land? Waarom zijn de kinderen van de grootste schreeuwers – de morele politie, de politieke predikers, de publieke heiligen – bijna allemaal trots in het bezit van een Nederlands paspoort? Waarom vluchten gewone burgers weg van de onzekerheid, terwijl de elite haar koffers pakt richting Schiphol zodra de eerste schuldeisers voor de deur staan?

Dit is geen aanval, maar een burgerlijke frustratie die steeds luider wordt. Velen hier hebben de afgelopen vijftig jaar dezelfde cirkel gezien: beloften, verkiezingen, wanbeleid, schulden, weer beloften. De gezichten in de politiek veranderen, maar het resultaat blijft hetzelfde: de druk op de schouders van de doorsnee Surinamer wordt alleen maar groter.

En toch houdt het volk stand. Niet dankzij, maar ondanks de politiek. Dankzij de buurvrouw die deelt wat ze niet heeft, de jongeren die elke dag opstaan zonder toekomstperspectief maar wél met hoop, de ondernemers die blijven proberen, zelfs wanneer elke nieuwe maatregel hen in de rug trapt.

Suriname is niet kapot. Surinamers houden het overeind. Maar laten we niet doen alsof dat geen pijn doet.

error: Kopiëren mag niet!