Van zekerheid naar bijbaan: Het pensioenstelsel kraakt onder druk

Het pensioenstelsel voor ambtenaren is helder: 2% per dienstjaar, tot een maximum van 70% van het gemiddeld salaris van de laatste twee jaar. Maar achter deze formule schuilt een harde realiteit. Voor gepensioneerden betekent dit dat hun inkomen plotseling daalt.

Neem nu het voorbeeld van Susanne die recent – met een netto salaris (en toelagen) tijdens haar actieve periode bij een overheidsinstelling van iets meer dan SRD 20.000 – gepensioneerd is, en nu – bij vrijwel gelijkblijvende uitgaven – moet rondkomen met een pensioen van circa SRD 10.000. 

De betekenisgrondslag van het pensioen – ooit bedoeld als fundament van bestaanszekerheid – lijkt te verschuiven naar een symbolische erkenning, eerder een halve beloning dan een volwaardige inkomensgarantie. 

De gevolgen zijn zichtbaar op de arbeidsmarkt. Gepensioneerden keren terug, in de meeste gevallen niet uit passie maar uit noodzaak. Ze nemen banen aan in de private sector, starten kleine ondernemingen of werken informeel. Dit fenomeen roept vragen op over de betekenisgrondslag van het pensioen: is het bedoeld als vangnet, of als volwaardige inkomensgarantie? 

Het doorwerken na pensioen heeft ook sociale gevolgen. Jonge werkzoekenden ervaren concurrentie van ouderen die hun ervaring inzetten om extra inkomen te verdienen. Tegelijkertijd ontstaat een nieuwe dynamiek: gepensioneerden brengen kennis en stabiliteit, maar hun aanwezigheid legt de vinger op de wonde van een systeem dat niet langer zekerheid biedt.

Wat vaststaat: het pensioen is niet langer een eindpunt, maar een tussenstation. Voor ambtenaren betekent dit dat hun jarenlange inzet eindigt in een zoektocht naar bijbanen en extra inkomsten. 

De vraag is niet of het systeem moet veranderen, maar hoe snel.

error: Kopiëren mag niet!