Het Openbaar Ministerie in Amsterdam eist tien maanden cel tegen Vishnudatt, voormalig leider van de Volkspartij Leefbaar Suriname, wegens belastingfraude. Ironisch genoeg komt deze aanklacht op een moment dat zijn partij nauwelijks stemmen behaalde bij de laatste verkiezingen.
Vishnudatt, die zich eerder profileerde als felle criticus van president Chan Santokhi en diens leiderschap, blijkt zelf niet brandschoon.
Hij benadrukte vaak dat Santokhi “niet de man is om de VHP te leiden”, maar stond zelf niet eens op een kandidatenlijst — deels omdat hij de Nederlandse nationaliteit bezit. Terwijl hij vanuit Paramaribo politieke zuiverheid predikt, wordt hij in Nederland vervolgd voor het verzwijgen van een omzet van ruim 2,5 miljoen euro.
De zaak rond Vishnudatt legt pijnlijk bloot hoe klein de grens is tussen morele verontwaardiging en persoonlijke verantwoordelijkheid binnen de Surinaamse politiek.
Als de rechter op 20 november uitspraak doet, zal dat niet alleen over één man gaan, maar ook over het tanende vertrouwen in politici die roepen om integriteit, maar zelf het voorbeeld niet geven.