In een wereld waar corruptie steeds weer de kop opsteekt, zijn de dramatische gevolgen ervan wereldwijd te zien. Recent werd de voormalige Chinese minister van Landbouw, Tang Renjian, door het Hooggerechtshof van China veroordeeld tot de doodstraf voor het aannemen van steekpenningen ter waarde van maar liefst 268 miljoen yuan. Dit zette een keten van gedachten in gang over de situatie in Suriname, waar de strijd tegen corruptie lijkt vast te lopen.
Net als in China, is ook Suriname lange tijd slachtoffer van diefstal door zowel burgers als landsdienaren, maar de schade die de staat heeft opgelopen door de handelingen van overheidsfunctionarissen is ongekend. De scheiding tussen diefstal door individuen en door de staat is cruciaal voor de toekomst van het land.
Diefstal door burgers kan nog enigszins worden aangepakt door de wet, maar wanneer de staat zelf het slachtoffer is van systematische corruptie, ligt de stabiliteit van het hele systeem op het spel.
Het is van belang om de rol van een landsdienaar te herwaarderen. Een landsdienaar is een persoon die zich ten dienste van het volk stelt, niet als een machtspositie om eigen gewin te behalen. Het dient een voorbeeld te zijn voor anderen, die zich verantwoordelijk moeten voelen voor het welzijn van de natie. Wanneer men deze taak niet aankan, is het tijd om plaats te maken voor degenen die wél in staat zijn om het land in een positieve richting te sturen.
De situatie in Suriname is al 50 jaar lang als een vicieuze cirkel: keer op keer worden de staat en haar bevolking beroofd, niet alleen door gewetenloze burgers, maar ook door witteboordencriminelen binnen de overheid. Het is een strijd die lijkt vast te zitten, waarbij de overheid zich in een wurggreep bevindt die niet losgelaten wordt.
De vraag is: hoeveel langer kan Suriname doorgaan zonder dat er een duidelijke scheiding komt tussen diefstal door burgers en diefstal door de staat?