Olie gaat de kansarmen in Suriname niet welvarend maken. Wij denken dat de olie in Suriname, de infrastructuur van het land ten goede kan komen, symbolische verhogingen van enkele uitkeringen kunnen plaatsvinden, maar het zal niet leiden tot welvaart voor degenen die nu al hun draai niet kunnen vinden. Degenen die hun draai wel kunnen vinden, zijn degenen die ook een kans hebben om te profiteren van de olie-industrie. Welvaart ontstaat door arbeid of bedrijvigheid.
Het deel van Suriname dat kansarm is, is noch bij het een noch bij het ander betrokken. Bovendien heeft Suriname enorme schulden af te lossen en onze eerste inkomsten zullen de eerste jaren daaraan worden besteed. De schulden zijn enorm, al houdt de huidige regering haar kaken stijf op elkaar, want het zou betekenen klagen over zichzelf en de eigen keuzes.
Maar het is interessant om even te kijken naar onze buren, een land dat een voorsprong van 8 tot 10 jaar heeft op Suriname. Wat heeft olie daar voor de mensen gebracht? Guyana ontdekte 10 jaar geleden enorme oliereserves, dus waarom zijn de meeste mensen nog steeds arm? Deze vraag stelde The Guardian enkele maanden geleden. Met een ‘eenzijdige’ deal die enorme winsten opleverde aan ’s werelds grootste oliebedrijven, vragen veel Guyanezen zich af wanneer de energiehausse hen ten goede zal komen. In juli dit jaar keurde de Internationale Kamer van Koophandel de poging van de Amerikaanse energiemultinational Chevron goed om Hess Oil te vervangen als belanghebbende in een van ’s werelds grootste offshore-olievelden (Guyana’s Stabroek) als onderdeel van de overname van het kleinere bedrijf ter waarde van $ 55 miljard (£ 41 miljard).
Maar terwijl Chevron-managers vierden dat ze zich bij Exxon en China National Offshore Oil Corporation (CNOOC) voegden als verantwoordelijken voor Guyana’s dagelijkse olieproductie van 650.000 vaten, was de reactie van de Guyanese regering, oppositieleiders en milieuactivisten gematigd.
In de hoofdstad Georgetown, waar ’s werelds grootste fossiele brandstofbedrijven concurreren om lokale olie, zien veel inwoners weinig voordelen voor gewone Guyanezen. Tien jaar na de ontdekking van Stabroek en zes jaar nadat de productie begon, staat Guyana ambivalent tegenover olie, aangezien de rijkdom die fossiele brandstoffen genereren geconcentreerd blijft bij een paar organisaties en mensen. De productie- en inkomstendeling overeenkomsten uit 2016 stellen de oliemaatschappijen in staat om 75% van de inkomsten uit exploratie te gebruiken om hun kosten volledig te dekken.
De resterende 25% wordt gehalveerd, waardoor 12,5% van de inkomsten voor Guyana overblijft, terwijl de overheid ook 2% royalty’s ontvangt op alle productie. Zulke “eenzijdige” overeenkomsten maken Guyana zeer aantrekkelijk voor multinationals in de energiesector, zeggen experts uit de industrie. De kosten bedragen gemiddeld ongeveer $ 30 (£ 23) per vat, waardoor het een van de goedkoopste en meest winstgevende landen ter wereld is om naar olie te boren.
Guyana heeft het afgelopen jaar de fiscale regelingen voor nieuwe contracten herzien en betere voorwaarden voor het land geïntroduceerd, waaronder een nieuw vennootschapsbelastingtarief van 10% dat niet was opgenomen in de overeenkomst uit 2016.
Politici in het land zien het enige potentiële voordeel voor Guyana op geopolitiek vlak – als het bedrijf erin slaagt de relatie van de Guyanese regering met buurland Venezuela te verbeteren. Sinds de ontdekking van olie in 2015 heeft president Nicolas Maduro de vijandigheid van zijn regering jegens Guyana opgevoerd, met dreigementen om zijn kleinere buurland te annexeren en binnen te vallen. Guyana telt slechts ongeveer 4.000 militairen, vergeleken met de 300.000 man sterke veiligheidstroepen van Venezuela. Het geschil over de grensafbakening ligt nu bij het Internationaal Gerechtshof voor een definitieve oplossing, met een uitspraak die volgend jaar wordt verwacht. Toch hebben mogelijke geopolitieke voordelen niet veel enthousiasme gewekt in Georgetown.
Afgezien van de zorgen over het milieu klagen veel Guyanezen dat de voordelen die de transformatie van het land tot een petrostaat met een hoog bbp per hoofd van de bevolking belooft, de gemarginaliseerde groepen niet bereiken. Recente gegevens van de IDB tonen aan dat 58% van de 800.000 Guyanezen in armoede leeft en minder dan $ 6,85 per dag verdient. 32% leeft in extreme armoede, met een inkomen van minder dan $ 3,65. De overheid heeft wegen aangelegd en de infrastructuur verbeterd, maar er moet nog veel meer gebeuren voor de kleine mensen, zeggen de normale burgers. Mensen moeten comfortabel leven nu er veel oliegeld is, maar dat gebeurt duidelijk nog niet. Ook jongeren voelen niet veel. De overheid moet jongeren meer kansen bieden, zodat ze een einde maken aan de moordpartijen en het geweld waar velen bij betrokken zijn. Jongeren moeten een betere toekomst krijgen met al dat oliegeld.
Gegevens van het olieconsortium suggereren dat er 11 miljard vaten winbare olie zijn, oftewel bijna 50 jaar bij de huidige productie. De 650.000 vaten die dagelijks worden geproduceerd, zijn afkomstig van drie olievelden, terwijl de vergunningen voor nog eens vier velden al zijn verleend of zich in een vergevorderd stadium bevinden. Exxon zegt dat Guyana tegen 2027 bijna 1,3 miljoen vaten per dag zou kunnen produceren, waarmee het een van ’s werelds grootste producenten per hoofd van de bevolking zou kunnen zijn.
Er zijn dus mooie economische cijfers maar de gemiddelde Guyanees is er nog niet veel beter geworden van de oil and gas. Wij denken dat het precies zo zal zijn in Suriname. Oil and gas is er voor degenen die zich kunnen behelpen. Wat onder de armoedegrens is, zal onder die grens blijven, tenzij er radicaal iets verandert. Maar zulke wijzigingen vinden niet plaats over het algemeen.