De werkelijke context van de VHP-geschiedenis

In recente publicaties over de groei van de VHP is een vertekend beeld ontstaan van haar ware historische prestaties en vernieuwing.

De Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) kent een politieke reis die dieper gaat dan de recente electorale successen onder president Chan Santokhi. De neiging om de verkiezingsoverwinning van 2020 te bestempelen als “de grootste in de geschiedenis” miskent het bredere perspectief van de partijgeschiedenis. Cijfers en context vertellen een genuanceerder verhaal.

In 1973 behaalde de VHP onder wijlen Jagernath Lachmon 17 van de 39 parlementszetels, goed voor 43 procent van het toenmalige parlement. In 2020 behaalde de partij onder Santokhi 20 van de 51 zetels — circa 39 procent. Hoewel het absolute aantal zetels hoger lag, was de relatieve vertegenwoordiging destijds sterker. Lachmon’s periode markeerde bovendien een fase van institutionele opbouw, regeringsdeelname en stabiliteit die de partij in staat stelde decennialang relevant te blijven.

Dat neemt niet weg dat Santokhi’s overwinning in 2020 een nieuw hoofdstuk opende: voor het eerst keerde de partij na jaren in de oppositie zelfstandig terug in de regering, met een verbrede achterban en een boodschap van nationale eenheid. Zijn leiderschap heeft onmiskenbaar bijgedragen aan de modernisering en verbreding van de VHP.

Toch is het belangrijk om feit en perceptie te scheiden. Populariteitscijfers, gebaseerd op lijsttrekkerstemmen, weerspiegelen vooral partijtrouw binnen het Surinaamse kiesstelsel en niet louter persoonlijke aanhang.

De geschiedenis van de VHP is dus geen verhaal van één man of één overwinning, maar van continuïteit, idealen en de blijvende zoektocht naar balans tussen beginselvastheid en vernieuwing.

error: Kopiëren mag niet!