In aanloop naar 25 november 2025, gaat onze redactie dagelijks in gesprek met burgers van verschillende leeftijden en achtergronden. Het zijn gesprekken over trots, hoop en herinneringen.
Vandaag spreken wij met Winston Pengel. Hij is 34 jaar, woont in Paramaribo en is van beroep ICT- en Marketing-analist. Hij vertelt ons wat onafhankelijkheid voor hem betekent.
1. Welke actieve herinneringen heb je aan 25 november ? Ik ben mij elk jaar wel bewust van onze onafhankelijkheidsviering. Mijn ouders spraken vaak over “Srefidensi” waarbij mijn vader altijd benadrukte blij te zijn dat de kolonisator niet meer over Suriname kon heersen.
2. Als je terugkijkt wat vind je het mooiste dat Suriname in 50 jaar bereikt heeft? Ik ben trots omdat Suriname een uniek land is met verschillende geschiedenis en culturen, maar dat wij toch binding met elkaar hebben. We helpen elkaar in nood. Surinamer zijn betekent voor mij elkaar vooruit helpen en niet egoïstisch zijn. Veel landen kunnen van Suriname leren wat dat betreft.
3. Wat zou volgens jou anders kunnen om het land vooruit te helpen? Ik ben van mening dat onze politieke leiders niet voldoende doen. De processen om kansarme mensen te ondersteunen moeten versneld en vereenvoudigd worden, met name; onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting. Verder moet iedereen zelf werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Dat heb ik ook steeds gedaan. Educatie en training zijn belangrijk.
4. Waar zie je Suriname over 50 jaar? Over 50 jaar zal Suriname een topland zijn. We zijn, naar mijn mening goed op weg wat ICT-ontwikkelingen betreft en we komen steeds verder. Ik ben er trots op dat Suriname heeft geparticipeerd aan de “Robotics competition. “Voor jongeren zijn er veel kansen op technologisch en technisch gebied.”