Vijftig jaar Onafhankelijkheid: De vrijheid die nog in ons slaapt

Op 25 november viert Suriname vijftig jaar onafhankelijkheid.

Vijftig jaren geleden werd de vlag gehesen, de volksliederen klonken, en een jonge natie keek vol verwachting naar de toekomst. Er was geen oorlog, geen bloedvergieten – alleen hoop. Wij kregen wat vele volken met strijd moesten veroveren: vrede en een nieuwe kans.

En we hadden alles.

Een land dat rijk is aan bossen, rivieren, goud, olie en andere grondstoffen. Een vruchtbare bodem die alles kan laten groeien. Een klimaat dat in bijna elk opzicht gunstig is – voor landbouw, toerisme, energie en welzijn. Wij hadden de juiste omstandigheden om te bloeien – economisch, cultureel en menselijk.

We hadden alle ingrediënten om een rijk en rechtvaardig land te worden.

Maar vandaag, vijftig jaar later, zie ik iets anders.

Ik zie een volk dat het geloof in zichzelf is kwijtgeraakt. Een land waar de stemmen van wantrouwen harder klinken dan de liederen van hoop. De politiek heeft ons verdeeld, en velen van ons zijn moe – moe van beloften, moe van armoede, moe van wachten.

Je ziet jongeren met grote dromen, maar een toekomst die steeds verder weg lijkt. Grootmoeders die zacht zeggen: “Mi pikin, het was vroeger ook al zo.” Dan vraag ik mij af: zijn wij werkelijk vrij geworden?

Of dragen wij nog steeds ketens – niet van ijzer, maar van denken, angst en verdeeldheid?

Misschien ligt het probleem niet alleen in slecht beleid of corruptie.

Misschien zit het dieper.

Onze voorouders – of ze nu uit Afrika, India, China, Indonesië of Europa kwamen – hebben allemaal hun wonden meegebracht. Slavernij, onderdrukking, uitbuiting, verlies van cultuur. Eeuwenlang leerden mensen dat zij minder waard waren, dat hun kennis, hun goden, hun taal en hun trots niets betekenden.

Wanneer mensen voortdurend horen dat hun kennis, cultuur en waarden niets waard zijn, nestelt deze boodschap zich diep in het hoofd en de geest – in wie wij zijn als persoon, en uiteindelijk als volk. Dit negatieve geluid beïnvloedt hoe wij denken, voelen en handelen, met gevolgen die van generatie op generatie worden doorgegeven.

Suriname is misschien het mooiste land van de wereld, maar wij leven vaak alsof het niets waard is.

We klagen over wat we missen, maar we zien niet wat we bezitten: overvloed, talent, liefde, spiritualiteit en een onuitputtelijke bron van wijsheid.

Daarom denk ik dat onze echte onafhankelijkheid niet op 25 november 1975 begon, maar nog moet beginnen – van binnen.

We zullen pas vrij zijn wanneer we leren om onszelf te vergeven, om elkaar te vertrouwen, en om het beste in onszelf weer wakker te maken. Want wat wij nu nodig hebben, is geen nieuwe regering, maar een nieuw bewustzijn.

Misschien vergis ik mij. Misschien is dit niet de echte oorzaak van onze stilstand.

Maar stel dat het wél zo is?

Dan vieren wij dit jaar niet vijftig jaar vrijheid, maar vijftig jaar van een droom die nog steeds wacht om echt geleefd te worden.

Preani Koendjbiharie

error: Kopiëren mag niet!