Nederland bouwt al de traditie op om steeds vervroegde verkiezingen te houden. Regeringsformaties duren heel lang waardoor regeringen maanden demissionair zijn. Heel snel vallen ook de kabinetten en politici zijn iets meer principieel dan in Suriname. De PVV-regering die terughoudend was om puur PVV te zijn, is enige tijd geleden gevallen. We zeggen terughoudend, omdat men het niet heeft aangedurfd om Geert Wilders te maken tot premier van Nederland.
De regering is gevallen in juni 2025 en er is een verklaring daarvoor gegeven. De gevallen regering gaf toen aan dat de regering een aantal vraagstukken behoorde op te lossen: vraagstukken over wonen, bestaanszekerheid, veiligheid, migratie en stikstof (in het kader van de landbouwuitoefening). In het Hoofdlijnenakkoord waren daar door 4 partijen afspraken over gemaakt, die hun weerslag hadden gevonden in het Regeerprogramma. Het kabinet zou hard gewerkt hebben aan de uitvoering van dit programma, maar bij 1 partij zou de wil hebben ontbroken om daarmee door te gaan. Dat was de PVV. Dat was dus het breekpunt.
Met het vertrek van de PVV was er onvoldoende draagvlak in de Tweede Kamer voor het kabinet dat nog aanzat in juni 2025.

Het kabinet-Schoof was sinds 2 juli 2024 het kabinet van Nederland. De regering hield het dus niet eens een jaar lang vol. Het kabinet viel nadat de grootste partij, de Partij voor de Vrijheid (PVV), uit de coalitie stapte. De PVV wilde dat de andere coalitiepartijen hun handtekening zetten onder tien voorgestelde asielmaatregelen van de partijen. De andere coalitiepartijen wilden echter eerst deze maatregelen laten uitwerken door de PVV-minister van Asiel en Migratie. Daar liep het dus mis. Na de val van de regering werd het ontslag van de PVV-ministers aangeboden aan de koning en ook geaccepteerd. De overige ministers bleven demissionair in de regering aanzitten. De premier zelf vond het uittreden van de PVV uit de regering onnodig en onverantwoord.
Op 29 oktober 2025, gisteren, vonden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen plaats naar aanleiding van de val van het kabinet-Schoof op 3 juni. Aan de verkiezingen deden 27 partijen mee, waaronder alle 15 partijen die vertegenwoordigd zijn in de Kamer. In totaal deden dus 27 partijen mee met 1166 kandidaten. De meeste partijen behielden hun lijsttrekkers en Kamerleden. Van de zittende partijen hadden alleen NSC, SP en FVD nieuwe lijsttrekkers ten opzichte van twee jaar ervoor. 127 van de Kamerleden ten tijde van de kabinetsval waren kandidaat.
In aanloop naar de verkiezingen waren er bij de kandidaatstelling enkele ’transfers’ (gevallen van overlopen). PVV-staatssecretaris Ingrid Coenradie en NSC-Kamerlid Diederik Boomsma stapten over naar JA21. NSC-Kamerlid Agnes Joseph stapte over naar BBB, nadat ze eerder contact had met 50PLUS. NSC’er Aant Jelle Soepboer werd lijsttrekker van de Fryske Nasjonale Partij (FNP). Voormalig GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi werd lijsttrekker van BIJ1.
Een aantal Tweede Kamerleden hebben na de val van kabinet-Schoof aangekondigd zich niet meer kandidaat te stellen of staan niet op de kandidatenlijst van hun partij.
Om 6 uur ‘s middags gisteren had in veel grote gemeenten ongeveer de helft van de kiesgerechtigden gestemd voor de Tweede Kamerverkiezingen. De opkomst verschilt wel per gemeente. Zo was het opkomstpercentage in Groningen om 17.00 uur bijna 60 procent. In Rotterdam stond de teller op dat tijdstip op 41,7 procent. In Utrecht had om 17.00 uur meer dan de helft van alle kiesgerechtigden gestemd. De opkomst was daar toen 55,9 procent. Een half uur later had in Eindhoven 51,7 en in Den Haag 50,4 procent van de kiesgerechtigden de gang naar het stemlokaal gemaakt. Een woordvoerder van Den Haag liet eerder weten rond etenstijd nog een “grote bups” met kiezers te verwachten. De gemeente Amsterdam heeft het opkomstpercentage aan het einde van de middag nog niet bekendgemaakt.
GroenLinks-PvdA is voor PVV en D66 de grootste partij onder Nederlanders in het buitenland. Dat is wel een vertekend beeld. Dit blijkt uit een prognose van kiezersbuitennederland.nl, gebaseerd op een peiling onder 12.000 Nederlandse kiezers in het buitenland. De peiling is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging, een onlinetijdschrift voor Nederlanders in het buitenland. Nadat kiezers in het buitenland hun stem hadden uitgebracht, zijn ze per e-mail gevraagd de peiling in te vullen. Ook is deze via social media verspreid. Hierdoor is de peiling mogelijk ook ingevuld door mensen die niet in het buitenland wonen en bestaat de kans dat mensen de peiling meerdere keren hebben ingevuld.
Van de ondervraagden koos 20,7 procent voor GroenLinks-PvdA, terwijl 18,5 procent voor de PVV van Geert Wilders ging. D66 behaalde 17,2 procent van de stemmen, gevolgd door VVD (9,8 procent) en CDA (8,2 procent). Een recordaantal van 136.272 Nederlanders kan hun stem uitbrengen vanuit het buitenland. Bij de Kamerverkiezingen in 2023 waren dit 109.436 kiezers.
Het wordt even wachten wie de winnaars worden van deze verkiezingen. We hopen dat de uitkomst geen obstakels legt voor de aankomende samenwerking tussen Suriname en dit belangrijke Europees land voor ons.