Waarom Suriname geen paradijs is voor valse dollars

Af en toe duiken ze op — een verdacht biljet bij een cambio, een stapeltje in een winkel — maar massale vervalsingsgolven blijven in Suriname uit. Grootschalige operaties, zoals die van de Canadese vervalser Frank Bourassa, die meer dan 250 miljoen namaakdollars produceerde, zouden hier nooit rendabel zijn. De reden: de Surinaamse economie is te klein en te transparant voor zulke misdaadconstructies.

In grote markten zoals de VS, Europa of Azië kunnen valse biljetten makkelijk opgaan in de stroom van contant geld. Daar is anonimiteit gegarandeerd en winst hoog. Bourassa beschikte over de juiste machines, het papier en de kanalen om zijn perfecte dollars te verspreiden zonder direct op te vallen.

Suriname kent daarentegen een beperkte contante dollaromloop, geconcentreerd in kleine handelscentra waar iedereen elkaar kent. Een vreemd biljet valt direct op, en banken en cambio’s controleren scherp. De logistiek van invoer en distributie van grote hoeveelheden vervalsingen is bovendien riskant: te weinig routes, te veel toezicht, en een te klein afzetgebied om het risico te rechtvaardigen.

De meeste gevallen hier zijn kleinschalig en amateuristisch — reizigers of kleine groepen die snel geld proberen te maken. Voor professionele vervalsers is Suriname hooguit een doorvoerhaven, geen eindbestemming.

De les is duidelijk: techniek kan misdaad verfijnen, maar context bepaalt succes. In een kleine economie als de onze is waakzaamheid voldoende bescherming. Train kassiers, versterk controles bij cambio’s — maar paniek is onnodig. De Surinaamse markt is simpelweg te klein om een paradijs voor valse dollars te worden.

error: Kopiëren mag niet!