Het vliegseizoen van Jenny’s sobere regering.

Ze zouden zuinig doen, zei de president. Geen geld. Schulden. Tekorten. Broodnodige discipline.

Maar zodra de camera’s uitgingen, begon het nationale circus: het vliegseizoen. En niet met de lijndienst naar Nickerie, hoor — nee, business class naar Dubai, Genève en New York.

De nieuwe Surinaamse sport heet staatsvliegen: sluipend vertrek met zakken vol USD-reisdeviezen, keurig “voor officiële missie”. De bonnetjes? Die verdwijnen sneller dan de vliegtuigen zelf. Rapportage? Alleen als NOS ze toevallig filmt bij het hotelbuffet.

Iedereen die ooit een ticket moest kopen van zijn eigen salaris weet: ze zouden het nooit doen met hun eigen geld. Want dit is geen diplomatie — dit is dure escapisme op kosten van het volk. De ene week “armoede” roepen, de andere week winkelen in Amsterdam “voor investeringen”.

Wie controleert wat ze daar doen? Niemand. Ze reizen zogenaamd om “andere landen te redden”, maar kunnen hun eigen bevolking niet eens een fatsoenlijk ziekenfonds bieden. En toch blijven ze opstijgen, met toestemming, stempels, en zakken vol volkstranen.

Wat er eigenlijk vliegt, is vertrouwen. En wat er landt, is schaamte.

Geautoriseerde criminaliteit in maatpak — met frequent-flyer miles op de rekening van hypocrisie.

error: Kopiëren mag niet!