Ze was in 1955 de laatste vrouw die in het Verenigd Koninkrijk de doodstraf kreeg door ophanging: Ruth Ellis. Die straf kreeg ze omdat ze haar man had gedood. Een koelbloedige moord, stelde de rechter toen. Haar kleinkinderen denken daar nu anders over en eisen gerechtigheid.
Vóór de moord zou ze namelijk emotioneel en fysiek mishandeld zijn door haar man. Vanwege een gebrek aan geld, werkte Ellis in de prostitutie. Ze werd uiteindelijk manager van een nachtclub, waar ze autocoureur David Blakely leerde kennen. De twee kregen een relatie, die volgens de verhalen van Ellis, haar vrienden, artsen en getuigen, ongezond te noemen was.
Volgens Britse media zoals The Guardian werd ze in het openbaar mishandeld door hem. Blakely zou haar fysiek en emotioneel hebben misbruikt. Hij zou haar van de trap hebben geduwd en haar zo hard op haar oor hebben geslagen dat ze een korte tijd doof was. Ook zou ze een miskraam hebben gehad, vanwege een harde stoot in haar buik door Blakely.
Op 10 april in 1955 wachtte Ellis haar partner buiten op na een bezoek aan een pub, en schoot ze vijf keer op hem. Ze werd opgepakt en tijdens de rechtszaak die volgde werd haar emotionele toestand niet meegewogen. Volgens de Britse krant zei de rechter tegen de jury dat het feit dat ze ‘slecht behandeld was door haar minnaar’ niet als verweer mocht dienen.
Ellis werd in 1955 geëxecuteerd door ophanging. Op dat moment was ze een 28-jarige moeder van twee kinderen. Ellis’ executie had een ‘verwoestende impact’ op de familie, zegt kleindochter Laura Enston nu

