Suriname viert op 25 november haar 50-jarige onafhankelijkheid met tal van feestelijke activiteiten. Van culturele optredens tot herdenkingsmomenten: het land staat stil bij een historische mijlpaal. Toch klinkt er ook kritiek vanuit de samenleving. Veel burgers vinden dat de huidige economische situatie onderbelicht blijft, vooral door de nieuwe regering. Een verslaggeefster van Dagblad Suriname heeft in het kader hiervan enkele burgere gesproken over hun ervaringen en zienswijze.
Rudolf P., die in 1950 werd geboren en de onafhankelijkheid van dichtbij meemaakte, deelt zijn teleurstelling: “We hadden hoop op vooruitgang. Maar tot vandaag zie ik weinig verandering. De prijzen stijgen, jongeren trekken weg, en de politiek blijft hetzelfde spel spelen.” Hij vindt dat de viering niet los gezien kan worden van de realiteit waarin veel Surinamers dagelijks leven.
Ook Meriot F., geboren in 1976, kijkt kritisch naar het jubileum. “Ik ben opgegroeid met verhalen over vrijheid en zelfbeschikking. Maar als ik kijk naar de geschiedenis en het heden, zie ik geen positieve lijn. We blijven afhankelijk, niet alleen economisch maar ook mentaal. De regering viert, maar luistert niet.”
Beide stemmen benadrukken dat feest en reflectie hand in hand moeten gaan. De viering van 50 jaar onafhankelijkheid is een belangrijk moment, maar mag niet losstaan van de zorgen van burgers. De roep om meer aandacht voor armoede, werkloosheid en transparant bestuur klinkt steeds luider.
Suriname verdient een toekomst waarin trots op het verleden samengaat met eerlijke oplossingen voor het heden. Alleen dan krijgt onafhankelijkheid écht betekenis.