Een merkwaardige wending speelt zich af op de wereldmarkten. Goud doet het alsof het 1979 is, terwijl aandelen zich gedragen als in 1999. Maar dat die twee tegelijk stijgen, had niemand verwacht. Normaal bewegen goud en aandelen tegengesteld aan elkaar: goud floreert bij paniek, inflatie of geopolitieke onrust, terwijl aandelen juist profiteren van rust en groei.
Toch zien we nu dat beide stijgen. Dit fenomeen komt voort uit een buitengewone periode van wereldwijde liquiditeit – een overdaad aan goedkoop geld, veroorzaakt door decennialang beleid van lage rentes en overheidsstimuli. Centrale banken pompten sinds de pandemie triljoenen dollars in de wereldeconomie. Dat overspoelde financiële markten met liquiditeit en blies de waarde van activa overal op, van huizen tot aandelen en goud.
Huishoudens in de VS hebben hun blootstelling aan risicovolle beleggingen sterk opgevoerd. Gedreven door een gevoel van overheidssteun – de gedachte dat de centrale bank altijd zal bijspringen in tijden van crisis – blijven beleggers optimistisch. Ze reageren niet langer defensief op risico’s, maar kopen massaal aandelen én goud tegelijk.
Een historische breuk
Historisch gezien was de correlatie tussen goud en aandelen nul: wanneer het ene steeg, daalde het andere. In de jaren zeventig, toen goud bloeide te midden van inflatie, stortten aandelen in. In de jaren negentig gebeurde het omgekeerde. Maar nu stijgen beide.
De verklaring ligt in het tijdperk van overvloedige liquiditeit. Overheden en centrale banken hebben financiële markten gewend gemaakt aan permanent ruim geld. Beleggers verwachten steun bij elk teken van onrust. Dit heeft een nieuw regime gecreëerd waarin zowel defensieve als risicovolle activa profiteren van dezelfde golf van liquiditeit.
De paradox van overvloed
De ironie is dat deze overvloed de onderliggende risico’s verdoezelt. Terwijl markten feesten, nemen de structurele spanningen toe. Een mogelijke stijging van de rente, geopolitieke escalaties of een vertrouwenscrisis kan de stemming snel keren. Toch geloven veel beleggers dat centrale banken opnieuw zullen ingrijpen, zoals ze dat sinds de financiële crisis van 2008 herhaaldelijk hebben gedaan.
Zelfs inflatie wordt niet meer als een groot gevaar ervaren. Als die zorg er al is, zeggen beleggers, dan zou die zich moeten uiten in stijgende obligatierentes — maar die blijven juist laag.
Een feest met risico’s
De huidige marktrally is dus niet gebaseerd op fundamentele groei, maar op overvloed aan geld. Zodra deze geldkraan dichtgaat, kan het feest abrupt eindigen. Voor nu echter bewegen goud en aandelen in harmonie — niet omdat de wereld veiliger of rijker is geworden, maar omdat er te veel geld in omloop is dat zijn toevlucht zoekt in elke denkbare belegging.
Bron: Financial Times – “Why gold and stocks are partying together” door Ruchir Sharma, Rockefeller International.