Rui Wang (VHP) over het gratieverzoek in de Decembermoordenzaak

“Geen gratie zonder gerechtigheid – humanitaire vrijlating alleen met berouw” 

“De president moet een officiële reactie geven over wat er precies aan de hand is. Er is te veel onduidelijkheid over het vermeende gratieverzoek, en dit houdt de hele samenleving bezig”, zegt parlementariër Rui Wang (VHP) in een reactie op de recente berichten over het mogelijke gratieverzoek voor de veroordeelden in de Decembermoordenzaak.

Het idee dat iemand die is veroordeeld voor de Decembermoorden, maar zich nooit heeft gemeld en nog steeds voortvluchtig is, (ik verwijs naar de voortvluchtige Iwan Dijksteel) in aanmerking zou komen voor gratie, is voor mij volstrekt onbegrijpelijk. Hoe kun je genade schenken aan iemand die zich niet eens heeft onderworpen aan de rechtsgang? Dat ondermijnt de rechtsstaat en doet geen recht aan de vijftien mannen die op 8 december 1982 hun leven verloren, noch aan hun nabestaanden die al meer dan veertig jaar wachten op gerechtigheid.

De Decembermoorden waren geen gewoon misdrijf. Het ging om de doelbewuste moord op weerloze burgers – politieke tegenstanders – door mensen die destijds de macht in handen hadden. Gratieverlening aan die daders, zonder enige vorm van erkenning of spijt, zou een zware klap zijn voor het vertrouwen in de rechtspraak. Het zou de boodschap uitstralen dat machtigen uiteindelijk altijd buiten schot blijven. Dat mogen wij als samenleving nooit accepteren.

Wat bovendien zorgen baart, is de aanhoudende onduidelijkheid rondom het vermeende gratieverzoek. Eerst horen we dat het op het bureau van de president is beland, vervolgens dat de betrokkenen daarvan niets weten. Dit schept onrust en wantrouwen. De president en de regering moeten volledige transparantie betrachten: is er inderdaad een officieel verzoek ingediend, en wat is de status daarvan? De samenleving heeft recht op eerlijke en duidelijke communicatie over een kwestie die zo diep in ons nationale geheugen is verankerd.

Toch moeten we ook ruimte laten voor menselijkheid, zonder de principes van rechtvaardigheid te verloochenen. De veroordeelden zijn op leeftijd en kampen naar verluidt met gezondheidsproblemen. In dat licht kan humanitaire vrijlating op strikt medische gronden, onder duidelijke voorwaarden en alleen na overleg met de nabestaanden, overwogen worden. Maar laat er geen misverstand over bestaan: zo’n stap kan alleen geloofwaardig zijn als de veroordeelden zelf openlijk berouw tonen en een publieke spijtbetuiging richten aan de families van de slachtoffers en aan de Surinaamse samenleving. 

Humaniteit mag nooit synoniem worden met vergetelheid. De erkenning van schuld en het bewaren van gerechtigheid zijn onlosmakelijk verbonden met de menselijke waardigheid waar onze rechtsstaat op rust. Wie berouw toont, verdient compassie; wie verantwoordelijkheid ontloopt, niet. Het is nu aan de regering om duidelijkheid te verschaffen, het vertrouwen in de rechtsorde te beschermen en te voorkomen dat dit dossier opnieuw verdeeldheid zaait.

Volgende maand viert Suriname vijftig jaar onafhankelijkheid. Dat is een mijlpaal waarop de wereld naar ons kijkt. We moeten dan kunnen aantonen dat wij als natie geleerd hebben van ons verleden – dat we onrecht niet wegpoetsen, maar erkennen, en dat we recht en waarheid boven politieke belangen plaatsen. Alleen dan kunnen we met opgeheven hoofd onze toekomst tegemoetgaan.

Alleen door recht, waarheid en menselijkheid te verenigen, kunnen we als land echt helen.

Ik ben Wang, WI NA WAN— Rui Wang

error: Kopiëren mag niet!