Suriname mist zijn eigen symbool van trots

Na vijftig jaar onafhankelijkheid blijft Suriname een land zonder een tastbaar herkenningsteken dat onze ziel weerspiegelt in de ogen van de wereld. We hebben geen monument dat onze strijd en trots vertelt, geen architecturaal meesterwerk dat bezoekers doet zeggen: “Dat is Suriname.” 

Waar andere naties hun identiteit verankeren in cultuur, kleur en kunst, hebben wij nagelaten onze eigen symboliek te verheffen tot iets universeels.

Onze vlag wappert, ja, maar ze spreekt nog niet. Onze muziek leeft, maar ze is niet internationaal verankerd. Ons erfgoed — van Fort Zeelandia tot de Waterkant, van de Marroncultuur tot de Hindostaanse diaspora — schreeuwt om een symbool dat deze rijkdom samenbrengt.

Nationalisme betekent niet alleen liefde voor het vaderland, maar ook de wil om het zichtbaar te maken. Vijftig jaar onafhankelijkheid is geen eindpunt, maar een aanmaning. Wij hebben de geschiedenis, het talent en de creativiteit om iets te scheppen dat de wereld herkent als puur Surinaams — of het nu een monument, festival of stijl is.

Suriname moet zijn eigen icoon durven dromen, bouwen en bezingen. Alleen dan krijgt onze onafhankelijkheid een gezicht dat de wereld nooit vergeet.

error: Kopiëren mag niet!